JavaScript is disabled in your web browser or browser is too old to support JavaScript. Today almost all web pages contain JavaScript, a scripting programming language that runs on visitor's web browser. It makes web pages functional for specific purposes and if disabled for some reason, the content or the functionality of the web page can be limited or unavailable.

Bij Dieuwertje en Raoul van Atelier Fijngoud

Het is bijna allemaal goud wat er blinkt

Niet alles is goud wat er blinkt, zegt het spreekwoord, maar in Atelier Fijngoud in de Noordstraat is de kans dát iets wat blinkt goud is, natuurlijk groot. En de vraag of er verschil is tussen fijngoud en ‘gewoon’ goud, kan Raoul van de Braak bevestigend beantwoorden: “Fijngoud is goud in pure vorm. Meestal werk je met een legering, dus dat er zilver en/of koper bij zit. Dan is het harder en bleker, want fijngoud is nogal zacht. Een legering gaat ook langer mee, die slijt minder snel.”

Tekst: Gerard Sanberg

Fotografie: Gert-Jan Remmers/Nononsens

Zijn partner in liefde en ambacht Dieuwertje Marije Bunnik vult aan: “Fijngoud is 99.99% goud. Maar wij werken met 14 of 18 karaats. 14 karaats wil zeggen dat 585 per duizend delen goud is, dus iets meer dan de helft. 18 karaats is 750 per duizend. 14 karaats is gangbaar in Nederland. In België en Duitsland zie je meer 18 karaats, en bijvoorbeeld in India 22 karaats. Dat is geler en dat vinden ze daar mooier. Nederlanders ervaren dat als kermisgoud.”

Allebei zijn ze 37 en hebben ze op de vakschool in Schoonhoven gezeten. Vanwaar die keuze? Dieuwertje: “Ik deed havo en dat ging niet lekker. Mijn moeder adviseerde me om iets met mijn handen te gaan doen en dat leek me wel wat. Na Schoonhoven heb ik de Kunstacademie in Utrecht gedaan, daar ben ik afgestudeerd als autonoom kunstenaar.” Bij Raoul ging het anders, hij zag op zijn veertiende een werkbank bij een kennis van zijn vader. Dat intrigeerde hem: “Zoiets wilde ik ook.” En zoiets kreeg hij: de werkbank die hem op het spoor van edelsmid zetten, staat nu hier.

Techniek en vormgeving

Het verschil in scholing komt tot uiting in hun aanpak. Beiden maken en ontwerpen ze, maar Raoul is sterk geïnteresseerd in de techniek van het vak. Hij gaat heel gestructureerd te werk, terwijl Dieuwertje: “Al makende ontdek ik dingen, ik ben wat meer bezig met vormgeving dan Raoul. We vullen elkaar goed aan.” De winkel/atelier bestaat sinds 2020. Dieuwertje: “We zijn thuis begonnen, maar om je collectie aan klanten te presenteren in je huiskamer, vanuit een doos, dat is minder. Hier komt het beter tot zijn recht.” Raoul vult aan: “Het is ook veiliger zo. Dat is echt een ding in deze branche en voor de verzekering moet je de beveiliging ook goed regelen.” Ja, dat speelt natuurlijk als je met goud werkt. Zelfs indertijd op school werd daar al voor gewaarschuwd.

Ringen, schakelkettingen en armbanden

Gevraagd naar kenmerkende producen uit hun collectie, toont Raoul wat Dieuwertje noemt zijn open werk: “Kijk, een dunne verlovingsring met het steentje bovenop de ring. Daar past deze trouwring bij: die steen valt in de uitsparing van de trouwring, zo wordt het één geheel.” Dieuwertje haalt een aantal zeer fijntjes vormgegeven schakelkettingen en armbanden tevoorschijn. Mooi hoor: het is hier goud dat blinkt.

“Veruit het meeste goud is oud goud: omgesmolten. Reclycling dus!”