Een IPA, je houdt ervan of je houdt er niet van. De een vindt het veel te bitter, de ander kan er geen genoeg van krijgen. Het lijkt alsof dit bier is ontsproten aan de creatieve breinen van de nieuwe generatie brouwers. Maar is dat wel zo?
De biermarkt staat bol van de spannende verhalen. Bier = marketing, dus zonder goed verhaal kan je het als brouwer wel schudden. En dus bestaat er ook een verhaal rond IPA. Indian Pale Ale, zo luidt de naam voluit. Maar hoezo ‘Indian’? En hoezo ‘Pale’? En hoezo ‘Ale’?
Laten we bij die eerste beginnen. Het verhaal wil dat dit bier al in de 17e eeuw door de VOC naar Nederlands-Indië werd geëxporteerd. Om te voorkomen dat het bier tijdens de lange reis zou bederven werd het extra gehopt, waardoor het een hoger alcoholpercentage had en dus langer houdbaar bleef. Eenmaal op de bestemming aangekomen werd het weer aangelengd met water.
Tilburgian Pale Ale
Maar ‘pale’, ofwel ‘bleek’ (van kleur) zijn deze bieren toch allerminst? En ‘ale’, was dat niet het hopvrije bier dat de Engelsen in vroeger eeuwen brouwden? Misschien dat een advertentie uit de Nieuwe Tilburgsche Courant van 1895 ons op het juiste spoor zet. Want potverdikkie, in dat jaar adverteerde de Tilburgse brouwerij ‘De Halve Maan’ met een heuse Pale Ale! Niet heel verwonderlijk, want de brouwerij aan het Wilhelminapark had een Engelse brouwmeester in dienst.
Maar wat voor bier was dat Pale Ale dan? Bierhistoricus Roel Mulder zegt er het volgende over: “Het recept was gebaseerd op Brown Stout. In plaats van bruine mout werd het lichtgekleurde Princessenmout gebruikt. Het resultaat was ‘het keurigste, krachtigste en meeste gezochte Ale bij de Engelschen’, aldus het oorspronkelijke recept uit 1850.”
Nee, de IPA van tegenwoordig heeft dan ook niets te maken met de Indian Pale Ale van vroeger. Het is gewoon een nieuw trendy biertje - stevig gehopt en fruitig van smaak - dat er wat mij betreft ingaat als … nou ja, als IPA!