“Er is maar weinig bekend over de vele bodemvondsten die amateurs met metaaldetectors doen,” aldus Cees de Werdt. Cees noemt zich ‘detectoramateur’. De afgelopen vijfentwintig jaar struinde hij over braakliggende akkers in Tilburg en Helvoirt. Op zoek naar metalen bodemschatten die zich onder het maaiveld bevinden.

Door Theo van Etten

Zijn allereerste vondst? “Waarschijnlijk een paar muntjes. Die vind je vrij gemakkelijk,” zegt Cees. Inmiddels bestaat zijn collectie uit vele duizenden voorwerpen. Penningen, munten, kledingaccessoires, gereedschappen, sieraden en nog veel meer. Hij heeft ze keurig gerangschikt naar gebruik. De meeste voorwerpen dateren uit de periode tussen de zestiende en twintigste eeuw. Op die ene vondst na, de meest unieke. Een nagenoeg volledig intacte speerpunt van het type Treboul uit de midden bronstijd. Cees vond hem op de oever van de Lei in Helvoirt. “Waarschijnlijk is hij bij het uitbaggeren van de rivierbedding naar boven gekomen. Mogelijk is hij daar ooit als ritueel offer gedeponeerd.”

Raupp

Maar ook op de akkers in Tilburg-Noord deed Cees interessante vondsten. Zoals een gouden ring uit het begin van de zeventiende eeuw en een zilveren draagpenning van burgemeester Raupp, die van 1907 tot 1915 burgemeester van Tilburg was. Cees: “Daar zijn er maar drie van uitgegeven: een bronzen penning, een legpenning en deze zilveren draagpenning. Het is een raadsel hoe hij hier in de Heikant terecht is gekomen. Waarschijnlijk met het huisvuil.”

Dat klinkt bizar, maar volgens Cees is het aannemelijk. “Al vroeg in de zeventiende eeuw werden de bouwlanden bemest met heideplaggen en potstalmest. Later kwam daar de inhoud van beerputten, stadsdrek uit de straten en afval uit de andere delen van Tilburg bij. Ook door het uitdiepen van brandkuilen en het schoonmaken van moossloten (deze liepen tot halverwege de achttiende eeuw langs de straten) is er veel vuil en drek op de akkers terecht gekomen. Waaronder dus ook deze penning.”

Vijfhonderd jaar

Op de manier die Cees beschrijft ontstond uiteindelijk een esdeklaag van wel een halve meter dik. “Op basis hiervan kan je de ouderdom van de akker afleiden,” legt hij uit. “De vuistregel is dat elke tien centimeter staat voor een eeuw bemesting. Dit betekent dus dat de hoger gelegen delen van dit gebied al vijfhonderd jaar of langer als akker in gebruik zijn geweest. Dit komt overeen met de ouderdom van mijn vondsten.” Cees vindt het jammer dat er grote delen van dit glooiende landschap zijn afgegraven voor zandwinning. “De overgebleven hoogteverschillen kan je nog goed zien aan de beide zijden van de Pater Donderstraat. Helaas zijn voorwerpen vaak flink aangetast door corrosie of door de ploeg.”

Beschermen

Cees ziet het als zijn taak om dit erfgoed te beschermen. Hiertoe zocht hij de afgelopen decennia op akkers in de gebieden Leikant (Helvoirt) en Heikant in Tilburg. Uiteraard met toestemming van de landeigenaar. Onlangs bracht hij zijn vondsten samen in een boek, dat hij in eigen beheer uitgeeft. Het boekje ‘Schatten onder het maaiveld’ telt 150 pagina’s en is voor € verkrijgbaar bij Erfgoedcentrum ’t Schoor in Udenhout. Meer info via werdt9@home.nl.