Ruim zeventig procent van het erfgoed in de gemeente Tilburg heeft een religieuze achtergrond. Als het gaat om zichtbaar en voelbaar erfgoed, wordt Tilburg getekend door de kerken, kloosters, beelden, monumenten en tradities. Hoe buitengewoon en intens de relatie is tussen de Tilburger en zijn religieus erfgoed is goed te zien aan de Kruiswegstaties in het Peerke Donders Park. De gezichten van alle figuranten zijn vormgegeven naar Tilburgers die leefden in de tijd van het ontstaan van dit religieus monument. Ze worden met naam en toenaam genoemd in een nieuw boek van Paul Spapens.
In dit boek met als titel ‘Een blijvende herinnering’ vertelt deze bekende Tilburgse schrijver het verhaal van het religieus erfgoed in de gemeente Tilburg. Dat wil zeggen dat ook allerlei voorbeelden worden beschreven in de dorpen Berkel-Enschot, Udenhout en Biezenmortel. In Enschot komt bijvoorbeeld de Sint Job-viering- en bedevaart uitgebreid aan de orde, in Berkel de herbestemming tot dorpscentrum van het klooster van de trappistinnen en in Udenhout het vrijwilligersgezelschap Udenhoutse Broeder.
Het zwaartepunt in het boek ligt echter in Tilburg, dat niet voor niets ooit ‘het Rome van Nederland’ werd genoemd. Dat is ook de titel van een tentoonstelling die nog tot eind maart is te zien in Tilburg Museum Peerke Donders, oftewel het Peerke Donders Paviljoen. De looptijd van deze expositie is tot maart verlengd wegens de grote belangstelling. Dit geeft wel aan hoezeer het onderwerp religieus erfgoed leeft. Het boek ‘Een blijvende herinnering’ is door Paul Spapens geschreven in het kader van deze tentoonstelling. Hij legt in feite vast wat op deze expositie wordt verteld en dat is het indrukwekkende verhaal van het religieus erfgoed in de gemeente Tilburg.
Religieus erfgoed tekent Tilburg
Dit verhaal tekent voor een niet onbelangrijk deel de geschiedenis van de stad en de aard van de mensen. Waar je in Tilburg ook gaat of staat, overal word je met het religieus erfgoed geconfronteerd. Echter, kennis die eens voor de meeste Tilburgers gesneden koek was, is nu hard aan het verdwijnen, namelijk de kennis en de achtergronden van al dat erfgoed – dat letterlijk de skyline van Tilburg mee bepaalt. En dat zal nog lang zo blijven, want het meeste erfgoed heeft een monumentenstatus. Maar, stelt Paul Spapens, als je het verhaal niet kent, dan kun je als toekomstige Tilburger minder goed zorg hebben voor dit erfgoed, dat vanuit het verleden tekenend is voor de identiteit van de zevende stad van Nederland.
Een open blik naar de toekomst
Dát verhaal, dát vertelt Paul Spapens. In bijna dertig hoofdstukken geeft het boek tientallen voorbeelden die ieder vier rode draden kennen: de geschiedenis, de huidige situatie, de toekomstige betekenis en hoe dit erfgoed van een religie die vrijwel uit de tijd is (ontkerkelijking) wordt beleefd door de mensen die er mee te maken hebben. Een fascinerend voorbeeld is de openhartige blik die overste Mariëtte Kinker gunt in de toekomst van de in Nederland bijna uitgestorven Zusters van Liefde. En over wat voor monument Broodpater Gerrit Poels zou moeten krijgen zijn de direct betrokkenen glashelder: ‘Gewoon brood blijven geven.’ Terwijl het ene na het andere kerkgebouw een andere bestemming krijgt, zijn de ‘Kappesienen’ er ook aan uit wat de toekomst van hun sobere kerk aan de Korvelseweg moet krijgen: dat blijft een godshuis voor het geval daar ooit weer eens behoefte aan mocht ontstaan.
Ronde Tafelhuis en Stichting Leergeld
Het boek dat Paul Spapens schreef schetst een caleidoscopisch beeld van het religieus erfgoed in de gemeente Tilburg. Daarbij wordt een brede opvatting van het onderwerp als uitgangspunt genomen en wordt aangetoond dat het hedendaagse Tilburg veel onverwachte of vergeten raakvlakken heeft met dit onderwerp. Bijvoorbeeld het gerespecteerde Ronde Tafelhuis in Tilburg-Noord. Of de landelijk opererende hulporganisatie Stichting Leergeld, voortgekomen uit de Tilburgse Vincentiusvereniging. Of de Hasseltse Kapel, die met 100.000 bezoekers per jaar een van de grootste publiekstrekkers van Tilburg is door een unieke combinatie van spiritualiteit (waar veel behoefte aan is in een stad met steeds minder kerken) en cultuur. Of wat te denken van de Heilig Hartcultuur. Waar eens zowat in elk Tilburgse huis een Heilig Hartbeeld stond, heeft dat plaatsgemaakt voor het Boeddhabeeld. Tilburger Jan Haans, eens een misdienaar, leverde een opmerkelijke bijdrage: hij importeerde meer dan een miljoen Boeddhabeelden…
Zuilen van de Noordhoeksekerk
Wat het boek extra leuk maakt zijn de verrassende uitstapjes die Paul Spapens maakt buiten de stadsgrenzen, om ook daar uitzonderlijke voorbeelden van Tilburgs religieus erfgoed aan te treffen. Zo ontdekte hij in Roermond de zuilen van de Noordhoeksekerk. Van deze kerk, die volgens velen, onder wie Paul Spapens, nooit gesloopt had mogen worden, zijn opvallend veel souvenirs bewaard gebleven, met als toppunt de ongeschonden zuilen die in Roermond wachten op een herbestemming tot een soort Romeins openluchttheater. Dit verhaal in het boek laat zich lezen als een smeekbede om te proberen om in ieder geval een van die zuilen naar Tilburg terug te brengen.
Romeinse catacomben van de familie Diepen
Toen Paul Spapens toch in Limburg – Roermond – was, reisde hij door naar Valkenburg waar hij letterlijk onder de grond een fascinerende cultuurhistorische tocht maakte door een replica van de Romeinse catacomben. Deze mondiaal unieke toeristische attractie was in het begin van de vorige eeuw een initiatief van de Tilburgse textielbaronnen Diepen. ‘Bekostigd met Tilburgs textielgeld’, schrijft Paul Spapens in zijn nieuwe boek ‘Een blijvende herinnering’.