Hiphop-danser Wendell Potters is nog maar 22 jaar, maar zijn toekomstbeeld is helder. Dat die in de danswereld ligt, is duidelijk. Hij wil inspireren en het wedstrijddansen in Zuid-Nederland naar een hoger level tillen. “Stralende kinderen die graag alles van mij willen leren, daar kan ik intens van genieten.”
Tekst en fotografie: Theo van Etten
Wendell is al vroeg uit de veren. De danszaal van Dansschool Van Opstal, waar hij als vierde generatie inmiddels mede-eigenaar van is, moet klaargemaakt worden voor de avondsessies. Tussen het werk en de vele trainingen door is er even tijd voor een interview. Termen als Popping, Locking, Breaking en Jumping Jacks vliegen over en weer. Maar Wendells verhaal gaat vooral over zijn drive om de perfecte danser te willen zijn.
Op basis van zijn prestaties in het hiphopdansen (met zijn dertigkoppige crew C-Fam werd hij meerdere keren Nederlands en Europees kampioen en afgelopen zomer was er een vierde plek tijdens de wereldkampioenschappen) werd hij genomineerd voor de titel ‘Tilburgs sportman van het jaar’. “Een hele eer, ik had niet verwacht dat het Sportgala zo groots zou zijn. En bovendien tot in de puntjes verzorgd.”
Inspireren
Met een op wereldniveau dansende moeder (Monique van Opstal stond als professional in tal van finales en werd onder meer bekend als jurylid bij het tv-programma Dancing with the stars) lag het in de lijn der verwachtingen dat Wendell hetzelfde pad zou gaan volgen. “Zij heeft erg haar best gedaan om mij op andere sporten te krijgen,” blikt hij lachend terug. “Maar toen ik onze theatershow in de Schouwburg zag, met al die vette hiphopdansgroepen, wilde ik niets liever dan dat.”
Vanaf zijn achtste doet Wendell aan streetdance. Ook bleek hij een talentvolle latin-danser, in deze discipline werd hij Nederlands kampioen. Met het oog op de toekomst koos hij echter voor hiphop: “Het liefst inspireer ik mensen op het moment dat ze nog superveel kunnen leren, jonge mensen dus. En aangezien vooral jongeren op hiphop af komen, kan ik mijn fanatisme goed op hen overbrengen.”
Perfectionist
De danssport vraagt een enorme investering qua tijd. Zeker voor een perfectionist als Wendell. “In de basis ben ik een danser. Maar als ik zie wat ik ervoor doe, dan is het echt topsport. In de aanloop naar wedstrijden trainen we soms van zeven uur ’s avonds tot twee uur in de nacht. Ik heb een enorme drive om het beste uit mezelf te halen. Uren oefenen om slechts één minuscule beweging te perfectioneren. Dat heb ik van mijn moeder. Wedstrijden winnen is niet mijn hoofddoel, eerder een mooie bijvangst. Als ik niet perfect dans, verdien ik die medaille niet. Zo kijk ik er tenminste naar. Dansen is een jurysport, maar veel heb je zelf in de hand. Je moet ervoor zorgen dat ze niet om je heen kunnen.”
Als voorbeeld van deze instelling memoreert Wendell zijn trip naar Amerika, waar hij afgelopen zomer aan een trainingskamp meedeed. “Daar mocht ik met de beste dansers ter wereld sparren. Choreografen die met Chris Brown of Justin Timberlake werken, waren erbij betrokken. Dan moet ik wel even in mijn arm knijpen hoor, gebeurt dit echt? In de twee weken dat ik daar was, ben ik voor mijn gevoel als danser wel twee jaar gegroeid. Misschien mag ik het niet hardop zeggen, maar daar heb ik misschien nog wel meer van genoten dan van het WK.”