In een boeiende uiteenzetting gaat historisch en archeologisch onderzoeker Paul Faes uit Tilburg in op de aanleg, het gebruik en de uiteindelijke ondergang van het noodvliegveld Heidebloem nabij De Moer. Vanaf het begin van de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog richtte de Luftwaffe in Nederland vele vliegvelden in om haar offensieve en defensieve taken te kunnen uitvoeren. Zo ook in Brabant. Kort na die bezetting breidde de Luftwaffe de bestaande vliegvelden Nerhoven en Molenheide uit tot Fliegerhorst Gilze-Rijen. Dit vliegveld groeide al snel uit tot een van de belangrijkste en grootste luchtmachtbases van West-Europa. Naarmate de oorlog vorderde nam het aantal geallieerde bombardementen op de Fliegerhorst toe. De start- en landingsbanen van het vliegveld raakten hierdoor steeds vaker onbruikbaar en er moesten voortdurend reparaties uitgevoerd worden. Door al dat ongemak werden Duitse vliegtuigen steeds vaker geconfronteerd met landingsproblemen. Om dit euvel te omzeilen besloot de Duitse bezetter op een veilige afstand van het vliegveld Gilze-Rijen een noodvliegveld aan te leggen. De keuze viel op een agrarisch gebied in ontwikkeling tussen Tilburg en Dongen. Het voorgenomen noodvliegveld kreeg dezelfde naam als het nabijgelegen café de Heidebloem aan de Dongenseweg: een cruciale plek waar de gemeentegrenzen van Tilburg, Dongen en Loon op Zand bij elkaar komen en waar nu het industrieterrein Vossenberg is gevestigd.

Naast deze oorlogsbijdrage vinden we in deze editie van Aaw nieuws? ook nog vijf andere interessante artikelen. Zo wordt in een ruime bijdrage uitgebreid aandacht besteed aan de enige jaren geleden overleden Kaatsheuvelse modelleur Jan Bergmans: wat was zijn achtergrond, door wie werd hij opgeleid en hoe verliep zijn glansrijke carrière. Een tweede bekende naam uit Kaatsheuvel die opduikt in een van de artikelen is die van meester Robben. In een interview dat namens het Meertens Instituut in Amsterdam afgenomen werd door de student taalwetenschappen Bram van Beurden gaat Frans Robben samen met zijn vrouw Grada in op het Kaatsheuvelse dialect. Een derde opvallende naam die in deze aflevering naar voren komt is die van bakker Huub Musters. Sinds enige tijd beschikt de heemkundekring over een drietal handgeschreven receptenboekjes van hem die vol staan met recepten voor brood, taarten en gebakjes. Na een kort levensoverzicht van Huub beschreven door Harry Balvers volgen enkele recepten uit zijn boekjes. Het uitproberen waard! Een tweetal artikelen van Kees Grootswagers maken de geschreven inhoud compleet. Het eerste betreft een kort verhaal over de beroemde prentbriefkaarten van Brabantse en Limburgse dorpsgezichten die de Astense drukkers Berkers en Verbunt rond 1906 op de markt brachten onder andere over Kaatsheuvel. In de tweede bijdrage van Kees komt de bouwkundige en sociaal historische geschiedenis van de schoenfabriek van Stokkermans (Stocko) aan de Rechtvaart uitgebreid aan de orde. Voor deze fabriek en het woonhuis aan de voorzijde is de gemeentelijke monumentenstatus aangevraagd. Door het blad heen wordt het geschreven woord afgewisseld met een aantal thematische foto’s uit de rijke fotocollectie van de Heemkundekring. Het blad is verkrijgbaar bij Bruna en Primera beiden gevestigd in de Hoofdstraat in Kaatsheuvel.