Het was net voor Kerst afgelopen jaar toen ik samen met mijn maten in een gelukzalige toestand onze hoofdstad verliet. Hand in de zakken, linnen tasje met de zojuist gescoorde en gesigneerde Tröckener Kecks elpee om de schouder en het hoofd vol herinneringen. Een van mijn vele muziekdromen was zojuist uitgekomen: het favoriete bandje uit mijn jeugd nog één keer op anderhalve meter afstand voor mijn ogen aan het werk zien.

De ‘comeback’ kwam uit het niets en draaide vooral om de uitgave van het laatste Kecks-album TK op vinyl. De kritische fan zou teleurgesteld geweest zijn, want een concert hing er niet aan vast. Maar de vijf nummers die de band in beperkte bezetting speelde, deden mijn Kecks-bloed weer door de aderen kolken. Het leven was voor even erg goed en fijn.

“Want als ik denk aan vroeger, denk aan hoe het was toen de toekomst nog voor ons open lag. Met de tijd aan onze zijde en plannen voor honderdduizend jaar. Laten we doen alsof er niets gebeurd is, al is het voor een dag, zo mooi.”

We togen huiswaarts, dankbaar dat dit onwaarschijnlijke tafereel zich zojuist voor onze ogen had afgespeeld. Als we zanger Rick de Leeuw mochten geloven in het interview die avond met DJ Michiel Veenstra, was dit echt het laatste Kecks-kunstje: einde verhaal. Ik onderhield nadien nog wat contact met gitarist Phil Tilli, maar langzaamaan doofde ook bij mij het Kecks-vuur tot een waakvlammetje.

Tot een maand of drie geleden. Want wederom als een donderslag bij heldere hemel kwam daar het bericht dat de registratie van de laatste tour op dubbel-elpee wordt uitgebracht: ’Meer niet!’, registratie van het concert in 013 op 22 november 2001. Wij waren er bij, net als bij het concert op 24 december trouwens in Paradiso, waarvan de foto op de hoes prijkt. O ja, en natuurlijk ook bij het allerlaatste concert in Leiden in LVC op 30 december 2001. Ja inderdaad: grote liefhebbers waren we; fans zelfs…

“Ik denk dat ik niet meer naar huis kom. Nee, Ik denk niet dat ik nog thuis kom. Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, niet naar huis kom.”

Pareltjes

Dat die dubbel-elpee er aanstaande zaterdag komt, is mooi. Blij mee. Maar waar ik nog veel meer naar uitkijk, is de documentaire ‘We moesten maar eens gaan’ die op die dag eenmalig vertoond zal worden tijdens het Haarlem Vinylfestival in de PHIL. Ik heb nooit van het bestaan van die opnames afgeweten. Erg bijzonder ook dat er tijdens de afscheidstournee van de Kecks onder regie van Anton Jongstra gefilmd is en dat er 22 jaar lang helemaal niets met die beelden gedaan is. Dit zijn van die pareltjes die je zo af en toe in je leven tegenkomt.

“Begint hier nu het einde of eindigt het begin? Is twijfelen gezond of zonde van de tijd? Zijn gedeelde jaren dubbel of tellen ze maar half? Heet wat wij hebben liefde of is het angst voor eenzaamheid?”

De documentaire laat zien hoe de bandleden het naderende einde van de Kecks beleefden. Phil Tilli heeft op de TK Facebookpagina al een paar kleine previews gegeven. Bij het zien daarvan voelde ik het weer: die spanning en sensatie van het onderweg zijn naar een Kecks-concert. Ik heb ze niet geteld, maar ik heb alle kaartjes nog liggen van de concerten die ik met mijn vrienden bezocht. Het zijn er veel, erg veel. En nooit ging het vervelen. Zo waren we erbij in Drunen, toen er bij aanvang van het concert in Utopia nog geen tien man binnen stond, inclusief het barpersoneel. Maar zoals echte artiesten betaamd gingen de Kecks vol gas en stonden we binnen mum van tijd met zweet op de kop hard mee te zingen.

Of die keer dat ik met vriend Sjef naar Chaam toog om in café De Ruif getuige te zijn van het laatste Kecks-concert voor de vakantie. Ik leende mijn fotocamera uit aan Rick de Leeuw die vervolgens vanaf het podium herinneringen vastlegde van ons als publiek. Het onnavolgbare ‘Redding’ waarmee het concert werd afgesloten galmde nog lang na in onze hoofden.

“De sneeuw valt, de sneeuw valt: het wordt een mooie Kerst dit jaar.”

Theo

Goede herinneringen aan die concerten. In welk gehucht we ook kwamen, overal probeerden we de posters die als aankondiging langs de weg stonden of bij de popzaal aan de deur hingen te jatten. Met wisselend succes overigens. En natuurlijk gingen we nooit weg zonder na afloop bij Theo allerlei Kecks-spul te kopen. Van pennen en aanstekers tot baretten, singles en elpees. En shirts natuurlijk: veel shirts…

De documentaire die we zaterdag gaan aanschouwen, is voor ons meer dan een verhaal van een band die bezig is met haar afscheidstournee. Het is de verfilming van een belangrijk deel van onze jeugd. Een hoofdstuk waar abrupt een dikke punt achter werd gezet, maar waaraan we hele goede herinneringen koesteren. Want als we in de film zien hoe Theo en ‘meneer Van Zandvoort’ elkaar voor het laatste optreden met gebalde vuist succes wensen, denk ik aan mijn vrienden en hoe onze blikken zich die laatste avond kruisten. Als ik de beelden zie van het zweet op de kop bij Rick de Leeuw tijdens de vertolking van ‘Nu of nooit’, voel ik weer hoe moe maar voldaan we waren aan het einde van die avond ‘werkvoetbal’. En als ik die laatste buiging zie, weet ik achteraf dat we toen allemaal een stukje volwassen zijn geworden, al wilden we dat liever niet. “Echte helden sterven staande en dus werd er gedanst op het eigen graf”, kopte De Morgen treffend na afloop van het allerlaatste Kecks-concert in Leiden.

“Want als we oud zijn en versleten wil ik dat je me herkent. Dat je denkt aan wat geweest is: wie je was is wat je bent. Oude liefde, lang versleten, terug in oude staat. Dat we dan nog een keer lopen tot de maan weer ondergaat.”

De waakvlam heeft weer zuurstof gekregen en zal in de koude wintermaanden zorgen voor een behaaglijk haardvuur. Voor de tigste keer ben ik bevestigd in mijn keuze om de muziek van Tröckener Kecks als rode draad door mijn leven te laten lopen: in voor- en tegenspoed en tot de dood ons scheidt. Amen.

“En ik hoop dat wat ik nu voel nooit voorbij zal gaan. Want al ben ik hier alleen: ik kan de wereld aan.”

Marcel Donks, muziekliefhebber uit Waspik