Dat Hilvarenbeek een mooie gemeente is, waar veel te zien is en veel te beleven, dat weet iedereen wel. Maar hoe mooi? Dat ontdek je eigenlijk het beste als je er op uit gaat. Al wandelend kom je op de mooiste plekken. Ik gebruik daarvoor de wandelkaart met nummers van knooppunten. Die brengt mij vandaag naar het gebied tussen Esbeek, Hoogeind en Groenstraat tot aan de rand van De Utrecht. Startpunt is deze keer het dorp Esbeek met het befaamde Andreas Schotel Museum. Daar vind je knooppuntenpaal met nummer 90 en dan ga je richting 88. Voor wie zo’n kaart niet bezit, staan onderaan de nummers die je kunt volgen.

door Kees van Kemenade

Je kunt bijna altijd even gaan kijken in het museum. Een mooie inleiding voor deze wandeling want die gaat door de omgeving waar de kunstenaar Andreas Schotel zijn inspiratie vond: de werkende mens, en dat was een eeuw geleden nog heel veel zwoegen voor een mager inkomen. Uit liefde voor de plaatselijke bevolking schiep Schotel een omvangrijk oeuvre dat behalve grote kunsthistorische waarde ook een groot historisch belang heeft: inzicht in het leven van onze voorouders.

Ieder dorp hoort een kerk te hebben met een toren die naar de hemel wijst. Onze Lieve Heer is al lang uit Esbeek verdwenen, maar de St. Adrianuskerk is gebleven, nu omgevormd tot een school. Een architectonisch hoogstandje.

Een stukje verderop staat langs de weg een beeldengroep van een jong gezin met kleding van een eeuw terug. Op een valies staat Rotterdam; zijn het landverhuizers? Hebben ze hun bezit vooruit gestuurd? Zullen zij Esbeek nog ooit terug zien? Het is een beeld van de Esbeekse kunstenaar Hannes Verhoeven, en maakt deel uit van de Andreas Schotel Wandelroute.

Stoomtram

Wij verlaten het dorp via de Oude Trambaan. Ooit puften hier de locomotieven van de stoomtram, die je van het station in Tilburg naar Esbeek-Grens brachten, waar je kon overstappen op de Belgische tram. De camping bij de Oude Trambaan heet dan ook Tramhalte. Al heel snel bleek dit transportmiddel verouderd, ingehaald door het vrachtverkeer. In de jaren dertig van de vorige eeuw, toen de landen gingen bewapenen, werden de locomotieven en de rails als schroot verkocht; dat bracht meer op dan vervoer.

Langs de weg twee beelden van vrouwen in traditioneel Zeeuwse klederdracht, werkend op het land. Wederom een creatie van Hannes Verhoeven, die veel etsen van Schotel driedimensionaal heeft vormgegeven als onderdeel van de Andreas Schotel Wandelroute. Wij komen nu in bosrijk gebied, al heet het de Roovertsche Heide. Een deel is natuurlijk productiebos, met hoge Douglas sparren en grove dennen, bedoeld voor de mijnen in Limburg. Men heeft op het gebied geprobeerd om de oude heide weer terug te brengen. Op een afstand kun je de enorme open ruimte in het bos wel zien.

Houten koe

Een mooie zandweg met houtwallen voert ons richting De Broekeling. Je kunt even van de weg afwijken om de Broekeling te zien, waar de Hoogeindse Beek, de bovenloop van ons Spruitenstroompje, begint. Die beek zullen wij de rest va onze wandeling nog veel tegenkomen. Nog een uitstap van de route is bij het Muggenstraatje, naar de houten koe die van een afstandje goed te zien is. Een lofzang op de melkveehouderij.

Het Spruitenstroompje is hier genormaliseerd. Dat betekent zoveel mogelijk rechtuit met nette afgeschuinde oevers. Je ziet er twee stuwen, die het waterpeil op de gewenste hoogte houden. Een echt natuurlijke rivier is het dus al lang niet meer, want die meandert. Wanneer we Esbeek weer naderen, zie we ook nog een zijriviertje van het Spruitenstroompje de Aalst. Maar dan is de kerktoren van Esbeek al weer recht voor ons, het einde van de toch wel afwisselende en soms verrassende tocht.

Je kunt deze wandeling in twee uur volbrengen als je de volgende nummers volgt: 90 – 88 – 89 – 38 – 36 – 35 – 15 – 58 – 59 (hier kun je de wandeling verkorten door af te slaan naar 89) - 87 – 83 – 82 - 90.