Geertruidenberg – Deze tijd worden we als gemeenteraad bijgepraat en ingelicht over de taakgebieden van de verschillende wethouders. Deze week staat Mens en Zorg op het programma. De portefeuille van wethouder Annemiek van Rooij. Het taakgebied behelst zorg voor ouderen en jongeren in onze gemeente.
Historie
Tot in de twintigste eeuw waren kerkelijke instellingen grotendeels verantwoordelijk voor de armenzorg. Dat gebeurde op basis van liefdadigheid. De christelijke armenzorg wordt caritas of liefdadigheid genoemd. Aan de meeste parochiekerken was een zogenaamde ’armentafel’ verbonden.
Armenwet
Thorbecke begreep de noden van zijn tijd. In de Grondwet van 1848 had hij een passage opgenomen die voorzag in een armenwet. Hij wilde een einde maken aan de willekeur en het paternalisme van de kerkelijke armenzorg. Armenzorg moest centraal worden geregeld. Thorbecke vond dat ‘een beschaafde staat |…| verplicht was zelf voor zijn armen te zorgen.’ Armenzorg en maatschappelijke opvang zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Armoede is van oudsher een groot maatschappelijk probleem; niet alleen voor de armen zelf, ook voor de rijken, vanwege de angst voor oproer.
Bijstandswet
In 1965 werd de Algemene Bijstandswet ingevoerd. Volgens verantwoordelijk minister Marga Klompé was dat een radicale verandering van ‘genade naar recht’ voor mensen die niet zelf hun inkomen konden verdienen. De bijstand zou die mensen waardig en rechtvaardig behandelen. In 2003 werd de Bijstandswet vervangen door de Wet Werk en Bijstand (bijnaam: Wet Water en Brood) die als voornaamste doel heeft om mensen weer aan het werk te krijgen, waarbij gemeenten daarvoor als eerste verantwoordelijk zijn.
WMO
Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) ingevoerd. In 2015 is deze Wet nog wat aangescherpt. Gemeenten dienen sindsdien de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking te bevorderen en hen, indien nodig, te ondersteunen. Volgens de Wmo kan de gemeente drie soorten voorzieningen aanbieden: woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en huishoudelijke verzorging. Daarnaast wordt er begeleiding en dagbesteding geboden.
Voorzieningen
Woonvoorziening: dat is een breed gebied en strekt zich uit van o.a. bad/toilethulpmiddelen, keukenaanpassingen, trap/tilliften tot een losse woonunit. Vervoersvoorziening: is bedoeld voor burgers die niet langer in staat zijn om hun vervoer, zoals reizen met auto, bus of trein, zelfstandig of met behulp van familie of vrienden te regelen. Huishoudelijke verzorging: het doel is om mensen te ondersteunen bij het behouden van een schoon, leefbaar en veilig huis, waardoor zij langer zelfstandig kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij.
Geertruidenberg
De WMO voorzieningen zijn ook in onze gemeente beschikbaar. Behalve dat het dure voorzieningen zijn, willen we in alle ondersteuning blijven voorzien. We heten niet voor niets een sociale gemeente te zijn. Een heel ander probleem is de bemensing van de voorzieningen. Nu de hulp niet meer uit liefdadigheid wordt geleverd, maar doodgewoon betaald wordt door het Rijk betekent dat nog niet dat er voldoende personeel is. In ieder geval kunnen we gerust zijn op het gelijkheidsbeginsel. De hulp is er of wel of niet voor iedereen.
Morgen!
Steeds meer zal er beroep worden gedaan op de omgeving van de mensen die ondersteuning behoeven. Mantelzorgers, buren en vrijwilligers moeten aantreden. Niet omdat de zorg niet meer betaalbaar is (wie weet hoe het uitpakt in Den Haag de komende jaren?) maar omdat er geen mensen te vinden zijn die het werk kunnen doen. Beginnen we maar met een beetje om ons heen te kijken in onze buurt: kunnen we een kliko aan de straat zetten of een keer een boodschap doen voor iemand in onze eigen buurt die het nodig?
De fractie van Morgen!
Anke Voulon
Peter Verschuren
Minie van de Weerd
www.morgeningeertruidenberg.nl