Ze zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld, in elk wijk zie je er één staan; een Citroën C1, een Peugeot 107 of een Toyota Aygo. Drie kleine, vinnige autootjes met een 1.0 liter driecilinder motor, nieuw rollen ze van de lopende band af, in voornamelijk Tsjechië. Het lijken wel broers en zussen, allemaal dezelfde bloedlijn maar ieder met een eigen snoetje en een eigen karakter. Toch hebben ze iets gemeen: ze blinken uit in eenvoud, een airco is de enige luxe, ze zijn vreselijk betrouwbaar en in alle (leuke) kleuren verkrijgbaar. Ze hebben zelfs een volledige reserveband aan boord.

Een fijn autootje om erbij te hebben, of als eerste autootje voor iemand die net gaat werken. Een prima vervoersmiddel voor woon-werk verkeer.

De heer Willems (89) uit Uden kocht in 2016 een tweedehands Citroëntje, voor een paar duizend euro. Omdat de heer Willems voldoende tijd heeft en graag auto rijdt, maakt hij regelmatig een ritje met zijn betrouwbare snurkijzer. Hij heeft veel plezier van zijn kleine alleskunner. Acht jaar later heeft de teller van zijn C1 de 1.000.000 kilometer gepasseerd. Pardon?

Een miljoen kilometer... ja dat is mogelijk maar dat verwacht je van een Mercedes, een Volvo stationwagen of een Toyota Landcruiser, allen met een dieselmotor maar een Citroen C1? Volgens de heer Willems is zijn bolide nog prima in orde en gaat zijn auto waarschijnlijk nog langer mee dan hij zelf. Toch heeft de auto echter een beperking...

De teller heeft slechts zes cijfers en kan dus het getal een miljoen niet weergeven. Om dat probleem op te lossen heeft de heer Willems met een sticker een 1 voor de getalletjes geplakt. Probleem opgelost. En dan te bedenken dat elke ordinaire leaseauto na vier jaar wordt ingeruild omdat ie economisch afgeschreven is.

Mocht u binnenkort voor een andere auto op pad gaan en vertelt een gladde verkoper over alle nieuwe gadgets en veiligheidsvoorzieningen die deze auto bevat, weet dan dat het allemaal overbodige luxe is...

Johan Verlouw