Door Tom Rietveld

Weer groet ik, oud en adellijk huis!

Uw bosch en watervallen.

Weer streelt mij ’t lieflijk stroomgedruisch,

Rondom uw grijze wallen.

Muzen-Almanak, 19e eeuw

Wie deze regels leest, voelt de tijd één tel tot stilstand komen. De dichter spreekt een kasteel toe dat hij kende als Doornewaard, een stoere burcht aan de bocht van de Rijn. Eeuwenlang stond het hier als wachter over de uiterwaarden, waar water en land elkaar vonden in een eeuwige strijd. En wie vandaag langs de oude muren wandelt, hoort dat die echo’s nog altijd klinken.

Echo van het Water

De rivier als vriend én vijand

De Rijn glijdt ogenschijnlijk vreedzaam langs het kasteel, maar dat is een schijn die door de eeuwen heen vaak werd doorbroken. Het water bracht handel en voedsel, maar ook dreiging. Overstromingen zetten de omgeving regelmatig blank, waardoor het kasteel in vroegere eeuwen soms meer weg had van een eiland dan van een landhuis.

Toch was het water ook bescherming. De slotgracht maakte aanvallen lastiger en vormde een natuurlijke barrière. Het kasteel is meerdere keren beschadigd, herbouwd en versterkt. Elke generatie paste zich aan de grillen van de rivier aan. En ook nu nog wordt het landschap bepaald door watermanagement, dijken en een scherp oog voor de kracht van de natuur.

In die voortdurende wisselwerking tussen mens en rivier klinkt een les van de Muze: wie het water temt, moet het ook respecteren.

Echo van de Jacht

Adel, macht en de taal van het bos

De bossen rondom Doornewaard waren eens deel van uitgestrekte jachtgebieden. Hier klonk het hoefgetrappel van paarden, en hoger geplaatsten maten hun status af aan het wild dat zij wisten te verschalken. Herten, fazanten en zwijnen bepaalden het ritme van de dag. In de grote zalen van het kasteel herinneren schilderingen en jachttrofeeën nog altijd aan dat adellijke leven.

Maar tijden veranderen. Wat ooit werd gezien als macht en vermaak, wordt nu herkend als iets dat zorgvuldig beschermd moet worden. De natuur rondom het kasteel, tegenwoordig onderdeel van Nationaal Park Veluwezoom, krijgt weer ruimte om zichzelf te zijn. De Muze fluistert: het wild is niet langer decor, maar hoofdpersoon.

Wandelaars die vroeg in de ochtend vertrekken, worden soms verrast door de stille aanwezigheid van een edelhert aan de bosrand. Het verleden is niet verdwenen, het verschuilt zich, levendig en zachtvoetig, tussen de bomen.

Echo van de Oorlog

Verwoesting en wedergeboorte

De muren van Doornewaard hebben meer dan natuurgeweld doorstaan. Oorlogen lieten diepe sporen achter. Tijdens de Slag om Arnhem in 1944 werd het kasteel zwaar getroffen en uiteindelijk zelfs tot ruïne verklaard. De leegte die achterbleef was beklemmend: een adellijk huis zonder dak, zonder leven, zonder stem.

Maar zoals vaker in deze regio overwon de drang tot herstel. Met toewijding werd het kasteel vanaf de jaren vijftig weer opgebouwd. Steen voor steen, gewelf voor gewelf, keerden de verhalen terug in hun oorspronkelijke vorm. Vrijwilligers en vaklieden gaven het kasteel zijn waardigheid terug... en daarmee een toekomst.

Zo werd de verwoesting zelf een echo: een herinnering aan kwetsbaarheid, maar ook aan de veerkracht van erfgoed en gemeenschap.

Echo in het Nu

Waar verleden en heden elkaar ontmoeten

Wie nu het kasteel bezoekt, ziet schoolklassen op ontdekkingstocht, families in de kasteeltuin, fietsers op weg naar de uiterwaarden. De zware houten deuren staan open voor iedereen. Hier kan je voelen hoe geschiedenis nog ademhaalt. Je ziet het in het licht op de grachten en hoort het in het zacht ruisen van het water.

Het is een plek van rust en herinnering, van verhalen die blijven klinken zolang er iemand is die wil luisteren.

Zoals de Muze het zegt:

Wat wij bewaren, bewaart ons.

De naam Doornewaard

In oude teksten en poëzie, waaronder de Muzen-Almanakken uit de 19e eeuw, wordt het kasteel aangeduid als Doornewaard. Het verwijst naar dezelfde plek die we nu kennen als Kasteel Doorwerth. De spelling veranderde, maar de historische essentie bleef onveranderd, én inspirerend.