Zou het voor onze nationale politieke kopstukken niet goed zou zijn om hier en daar eens over de schutting te kijken bij de gemeentes in den lande? In Den Haag ligt alles onder het vergrootglas en dientengevolge voelen landelijke politici nogal eens de overdreven noodzaak om zich ‘stevig’ te profileren. De kiezer anno nu heeft meer behoefte aan ‘ferme’ oneliners – ook al slaan ze nergens op – dan aan een genuanceerd verhaal, zo lijkt het.

Ik zag bij Een Vandaag een paar weken terug ineens onze Oirschotse wethouder Joep van de Ven voorbijkomen, die werd ondervraagd over de opvang van statushouders. Blijkbaar ging het daarmee in onze gemeente een stuk beter dan in de rest van Brabant, op het gebied van het halen van de ‘quota’ in ieder geval. Het was voor Van de Ven waarschijnlijk inkoppen geweest om zich hier op de borst trommelend te profileren als de reddende bestuurder. Dat zou het in deze tijd, waarin de aanstaande Spreidingswet voor flinke commotie zorgt en die zelfs een serieuze hobbel is bij de vorming van een kabinet met PVV-BBB-NSC-VVD, best goed doen bij de kijkers wellicht. Hij hield het echter vooral bij de nuchtere vaststelling dat het Oirschotse succesverhaal ook gefundeerd was op een gelukkige samenloop van omstandigheden in onze gemeente. Omstandigheden die je als gemeente niet altijd in de hand had. De televisiemakers hadden er mogelijk meer van verwacht, maar ik slaakte een zucht van verlichting bij zoveel nuchterheid in heetgebakerde tijden.

Voor een flink deel van het kiezersvolk is geroeptoeter zonder onderbouwing blijkbaar interessanter (of beter waarneembaar?) dan noest werken achter de schermen om fatsoenlijk beleid handen en voeten te geven. Die Spreidingswet is daar een aardig voorbeeld van. Staatssecretaris Eric van der Burg sjouwde stad en land af om draagvlak voor die Spreidingswet te krijgen. Dat is hard nodig, omdat de asielinstroom vooralsnog niet stopt, Ter Apel overloopt en een aantal gemeenten hun best doet om de nood te lenigen, waar andere er de kantjes vanaf lopen. Dat voelt niet fair. De anders altijd goedlachse Van der Burg stond het huilen soms nader dan het lachen, zo kon je zien, met name omdat hij vanuit zijn eigen fractie een paar keer een dolk in zijn rug voelde prikken. Dat hij de Spreidingswet nu toch door de Eerste Kamer heeft geloodst mag gezien de voorgeschiedenis een prestatie van formaat heten. Eindelijk loon naar werken voor Van der Burg. Uiteraard maakte Geert Wilders er nog een probleem van bij de formatiebesprekingen. Hij had blijkbaar verwacht dat Yesilgöz van de VVD ‘haar’ Eerste Kamerfractie beter onder controle had.

Daarmee gaat Wilders voor het gemak wéér voorbij aan wat democratische spelregels. De Eerste Kamer heeft als medewetgever en controleur van de regering een wezenlijk andere taak dan de Tweede Kamer. Deze laatste kan iets vinden of willen en dan gaat de Eerste Kamer bekijken bijvoorbeeld of wetsvoorstellen juridisch kloppen en uitvoerbaar zijn. Als de Eerste Kamer altijd aan de leiband van de Tweede Kamer zou moeten lopen, dan was het nut nihil. Die onafhankelijkheid is een groot goed, maar zoals gezegd: Wilders heeft daar niet zo’n boodschap aan. Het is natuurlijk idioot dat de eerste kostbare weken van de formatie al besteed moeten worden aan het beklemtonen en vastleggen van normale democratische spelregels en de grondwet en dat Wilders daarvoor moet tekenen. Het is alsof je aan een piloot van de KLM gaat vragen of hij de wetten van de zwaartekracht toch wel in de gaten wil houden.

Of aan een militair, of hij zijn Patriot-systeem alsjeblieft niet in zijn achtertuin wil opstellen.

Loon naar werken. Ik had het Lilian Marijnissen ook gegund. Na enkele verkiezingen op rij waarbij de SP steeds zetels inleverde, nam Marijnissen afscheid van de Tweede Kamer. Ze heeft het succes van vader Jan nooit weten te evenaren. Valt dat haar te verwijten, of ligt het gewoon aan de ver-rechtsing van Nederland? Marijnissen en haar fractiegenoot Renske Leijten – ook vertrokken inmiddels – sjouwden zich een bult om de rechten te verdedigen van de mensen die dreigden te worden vermalen in het systeem, die veel te veel huur moesten betalen op de overspannen woningmarkt, of die ook geen loon naar werken kregen. Marijnissen genoot als socialistisch boegbeeld enorm veel vertrouwen, zelfs bij politieke tegenstanders. Het zegt wat dat ze bij het consumentenprogramma Radar van de tamelijk rechtse omroep AVRO/TROS geregeld gevraagd werd om onrecht toe te lichten. Loon naar werken; het is niet iedereen gegund.

Rens van Ginneken