Iedereen heeft het er over, iedereen heeft er last van. Slakken, het gespreksonderwerp van 2024. “Nooit” eerder zoveel van die slijmerige opvreters in de tuin. Volkstuintjes worden in een enkele nacht leeggegeten, bestrijden helpt nauwelijks. Elke avond een emmertje slak rapen lijkt een remedie maar de volgende nacht kun je weer opnieuw beginnen. Wat is er aan de hand?

Een gerenommeerde krant legde op dinsdag 28 mei het maar eens haarfijn uit. Alweer een zachte winter gevolgd door het natste voorjaar sinds decennia bleek niet het volledige antwoord. De niet zo aangename waarheid is dat wij het aan ons zelf te danken hebben. Bestrijdingsmiddelen, stikstof en verdroging hebben het bodemleven vrijwel uitgeroeid. Opvreters van slakkeneieren zijn zo zeldzaam geworden dat van de honderden eitjes per slak er slechts een paar niet opgegeten worden. Hoe anders was dat vroeger. Duizendpoten, kevers, mieren en nog veel meer storten zich als hongerige lieden op het jaarlijkse feestmaal. Lukte het een embryo toch om op te groeien dan stonden egels en wilde eenden klaar om toe te slaan. Maar egels zijn er steeds minder. Plat gewalst door het verkeer, buitengesloten uit omheinde en versteende tuinen en verhongerd door de bijna verdwenen insectenrijkdom.

Conclusie van betreffende krant was dat het slakkenfeestje 2024 een plaag is die we niet van een hogere macht opgelegd hebben gekregen maar over ons zelf afgeroepen hebben. En de vooruitzichten zijn somber. Zolang wij als rentmeesters van onze aarde alleen aan ons eigen geldelijk gewin blijven denken, grote lobby bedrijven het natuurbeleid laten bepalen en ons nog eens heerlijk omdraaien onder onze dikke stikstofdeken zullen we jaarlijks overlopen worden door slakken.

Voor een bioloog zijn slakken echter zeer interessant. Meer dan vierhonderd miljoen jaar geleden kropen de eerste over de zeebodem, honderd miljoen jaar later gingen ze het land op. Net als hun voorouders waren de meeste vegetarisch, slechts enkelen werden jagers maar allen waren kannibaal. Een dode naaktslak is een feestmaal voor zijn soortgenoten. Bij het eten kunnen ze geen gebruik maken van grote tanden. Alles wordt geraspt en door geslikt. Lopen en rennen kunnen ze ook al niet. Net als wadslakjes kruipen ze met een gespierde voet. En omdat dit op rulle aarde of grint niet zo makkelijk gaat smeren ze de ondergrond eerst in met een lekkere slijmlaag. Slakkensex is misschien wel het meest bijzonder. Een slak is geen man, vrouw of het maar alles tegelijk. Als hermafrodiet kunnen ze echter niet zich zelf bevruchten. Er moet genetische uitwisseling plaats vinden en dat doen naaktslakken in een uiterst traag ritueel. Wellustig om elkaar heen draaiend en dan uiteindelijk het mannelijk apparaat in stelling brenge voor een gezamenlijke penetratie. Uren later is alles achter de rug en gaan beide partners op stap om eitjes te leggen. Liefst verborgen in een hoop rottend plant materiaal. Veilig voor helaas niet meer aanwezige roofdieren, maar ook voldoende voedsel en warmte voor de uitkomende slakjes. Hun ouders zullen ze nooit ontmoeten, opgroeien doen ze alleen.

Slakken, uiterst vervelend in de tuin, maar biologisch zeer bijzonder.