In de jaren vijftig werd in Oirschot op veel boerenbedrijven nog een paard gehouden. Een boer zonder paard was geen boer. Door de opkomst van de tractor verdween het trekpaard geleidelijk uit de agrarische bedrijfsvoering. Het houden van deze imposante dieren werd meer een liefhebberij’

Boerenpaarden waren hier weliswaar niet enkel Belgische trekpaarden. Ze werden overigens wel zware paarden genoemd. Benamingen boerenpaard, boerenknol, knol doen al snel denken aan de term Belse Knol, wat verwijst naar Belgisch of Vlaams trekpaard, maar dus niet altijd.

Het was een middelslag ras. Een boerenpaard tussen het luxe warmbloed paard en koudbloed paard in. Men sprak van unne Luxe’ of ‘unne zwaore’. De hengstenboer of coöperatieve vereniging had vaak goedgekeurde hengsten ter dekking die qua bloedvoering niet verwant waren aan de merries.

Mijn vaders familie Mattheeuwse had zware paarden en reden de romkar in Oirschot en als het paard een veulen had liep die aan veulenhalster en touwtje mee. Er waren ook boeren die niet fokten maar voor een ruin (gecastreerde hengst) kozen. Leg me voor deze groet toe op mijn moeders familie Swaans in Spoordonk.

Zij hadden meestal een zwaar boerenpaard en naast het werk op het land werd dit paard door zonen ook gebruikt om op te rijden bij de Oirschots Rijvereniging. Tinus (Martien) Swaans herinnerd zich nu nog dat zij in de jaren vijftig met boerenpaarden in ‘carrousel’ reden o.l.v. Commandant Evert Soethout uit Oostelbeers.

Op de foto Piet Swaans in militaire uniform op het paard van zijn familie rond 1946. Op de achtergrond ouderlijke boerderij aan Lubberstraat, thans Mousten 5. Het paard was middelbruin met lichte snuit. Het lijkt me, als ik de foto nog eens bekijk, een zwaar ras boerenpaard, zoals er in regio Oirschot Spoordonk meer van waren.

Piet Swaans hoopt bij leven en welzijn in juli 2024 zijn 99e verjaardag te vieren in Spoordonk met kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en verdere familie.

(Scan foto uit het album van mijn overleden ouders; tekst: Werkgroep Sporen in Spoordonk en Heemkundekring de Heerlijkheid Oirschot, Martien Mattheeuwse)