Sommige dingen zijn gewoon niet te snappen. Waarom is al het tomatenspul van Heinz veel te zoet? Waarom zegt Ali B. niet gewoon sorry? Waarom gaat Poetin niet gewoon dood? Waarom is Desi Bouterse na zijn veroordeling niet direct opgesloten? Waarom zijn er elke week maar vier aflevering B&B Vol Liefde? Waarom wordt Hongarije niet uit de EU geknikkerd? Waarom neemt de acceptatie van de LHBTI-gemeenschap in schrikbarend tempo af? Waarom stond de band van mijn mountainbike ineens leeg?

Het was wel een dingetje, die band. Ik had de dag ervoor nog een rondje van drie kwartier gedaan en niks gemerkt en ineens was ie nu helemaal plat. Moeiteloos pompte ik de tubeless band weer hard, om te horen waar hij siste. Ik hoorde niks. Sterker nog: drie dagen later stond het bandje nog steeds zo hard als de derrière van Ellen ten Damme. Een paar dagen later nog altijd. Ik keek wantrouwend rond, maar zag nergens een verborgen camera. Zeer mysterieus.

Het was sowieso een week waarin ‘de band’ centraal leek te staan. Ik reed op de A50 en besloot, tegen mijn gewoonte in, om anderhalve kilometer voor mijn afslag niet meer in te halen. Ik sloot met een kleine 90 per uur aan achter een Roemeense vrachtwagencombinatie en een bestelbusje. Ik was wat aan het mijmeren over de mooie dingen des levens, toen ik ruw werd opgeschrikt door een doffe dreun. Ik zag ter hoogte van de vrachtwagen een soort wolk van stof en kleine deeltjes over de linker rijstrook geblazen worden. Stukken rubber (?) raakten mijn auto. Het busje en ik zetten direct de gevarenlichten aan en ik haalde zachtjes de vrachtwagen in die door de chauffeur schielijk op de vluchtstrook was gezet. Eén van de middelste wielen leek muurvast te zitten. Er kwam nogal wat rook vanaf en de band was bijna geheel verdwenen. Met een hartslag inmiddels bijna zo hoog als die van Sifan Hassan in de slotkilometer miste ik nog net niet mijn afslag.

Wat zou er gebeurd zijn als ik volgens mijn gewoonte wél nog had ingehaald en ik dan net op het moment van die klapband, in die ‘split second’ naast de vrachtwagen had gereden? Of als ik op de motor was geweest, zoals een paar dagen eerder op dezelfde A50? ‘Wat dan…?’, zei Grootvader tegen Peter, van de Wolf. Ik heb van een vergelijkbare situatie weleens een grof filmpje zien voorbijkomen. Wat er met die motorrijder gebeurde? Ik werd er niet vrolijk van. In een split second kan het zomaar gebeurd zijn.

Wat dan, wat als, wat mits en wat tenzij. Wat als de uitkijk op de Titanic de ijsberg net tien seconden eerder had waargenomen? Wat als Von Stauffenbergs aanslag op Hitler wél was gelukt? Wat als het volk voor Jezus Christus’ vrijlating had gekozen in plaats van die van Barabbas? Wat als Navalny nog had geleefd bij de recente gevangenenruil tussen Rusland en het Westen? Wat als AI alleen met goede bedoelingen werd gebruikt? Wat als Lee Harvey Oswald een niesbui had gekregen net toen hij de trekker wilde overhalen? Wat als ‘het strengste migratiebeleid ooit’ enige realiteitszin zou herbergen? Wat als Israëlische scherpslijpers geen ruimte hadden gekregen voor hun apartheidsbeleid en landjepik door de kolonisten? Wat als Wilders wél premier ‘van alle Nederlanders’ was geworden en hij Sifan Hassan, gehoofddoekt en wel, de hand had moeten schudden na haar victorie op de Parijse marathon? Wat als die vieze gespikkelde snoepjes uit de Engelse Drop werden weggelaten en wat als ons land wel een rechtvaardig verkeersboetesysteem zou hebben?

Vragen, die weer nieuwe vragen opleveren, die wéér nieuwe vragen opwerpen. Eén gek kan meer vragen dan duizend wijzen kunnen beantwoorden, heb ik weleens gehoord. Maar ja, ik hoor weleens vaker wat. De zon schijnt, ik ga een rondje fietsen.

Even uit de band springen.