Ik heb mij voorgenomen voor deze column geen politieke beschouwing te schrijven maar toch heb ik mijn inspiratie deze week uit het Haagse marionetten theater gehaald. Een blonde poppenmeester die ter meerdere eer en glorie van zichzelf aan de touwtjes trekt en iedereen danst en lacht. Ook in het Oirschots groen wordt nu geregeld dit schouwspel opgevoerd. Zonder poppenmeester, zonder touwtjes en toch staat iedereen strak in het gelid en zwaait op en neer. Bijna in trance lijkt het wel. Armpjes en beentjes zijn er voldoende maar deze zijn zo kort dat ze strak naar voren staan.

Om even te ontsnappen uit de doldwaze dagen van de Algemene Beschouwingen heb ik mij zelf uitgenodigd bij het bladwespen theater. Het was wel even zoeken want op Google Maps is het niet te vinden. En dan is het ook nog meer een muizencircus dan een groots spektakel. Om te beginnen werd koers gezet naar een wilg. Hoewel ook elzen en berken geregeld gastheer zijn bleek dit jaar het mooiste spel in deze boom opgevoerd te worden. Het lijken rupsen die aan de bladrand hangen maar dat zijn het niet. Even goed kijken en dan zie je het direct. Op de kop een paar oogvlekken en onder de buik meer dan vier paar schijnpootjes. Vlinderrupsen hebben dit nooit. Maar pas na de verpopping wordt het wat gemakkelijker. Dan verschijnt het volwassen dier. Net een wesp maar de wespentaille ontbreekt. Soms kleurig, soms wat somber zwart maar altijd zonder gevaarlijk steekwapen. Om ze te zien moet er nog veel meer gezocht worden. Ze vliegen maar kort en ook nog eens rond de bomen, struiken of kruiden waar ze als larf geleefd hebben. Het theater wat ze opvoeren doen ze niet voor de lol. Ga er rustig naast zitten en na een paar minuten stopt het. Zwaaien en zwieren in de maat is bedoeld om een potentiële opvreter af te schrikken. En omdat ze geen onderscheid maken tussen een hapgrage koolmees en een reus op zevenmijlslaarzen gaan ze ook voor u aan de slag. Door samen te werken lijken ze groter en verandert hun vorm van een eetbare larf in iets wat zelfs afschrikt.

Niet alle bladwesplarven zijn ballerina’s. De meeste vertrouwen gewoon op hun schutkleur en leven niet in een groep. Lekker een plant voor zichzelf en genieten maar. Dat deze nog lastiger te vinden zijn is logisch maar met wat geduld zijn ze uitstekend op te sporen. Zoek niet naar de larf maar let op beschadigde bladranden of los uitstekende nerven. Rupsen doen maar wat, keverlarven maken vaak gaatjes maar bladwesplarven beginnen keurig aan de rand en vreten dan door tot aan de hoofdnerf.

Helaas kom ik aan het eind van deze column toch nog even terug bij mijn begin. Het is het Haagse circus die het ook voor deze bladwespjes uitermate moeilijk maakt om te overleven in deze boze mensenwereld. Bomen verdrogen, bladeren worden oneetbaar met dank aan stikstof, kruiden worden overwoekerd door overbemesting. Dit jaar bleek al dat tientallen door insecten bestoven bloemen verdwenen zijn omdat de bestuivers door gif het loodje gelegd hebben. Voor bladwespen is het niet anders. En dat terwijl ook zij van levensbelang zijn in de voedselkringloop. Zonder bladwesplarven, rupsen en ander klein grut geen zangvogels meer en de aarde wordt stil.