Misschien ben ik als kind van de jaren zeventig en adolescent van de jaren tachtig verwend met ideeën over persoonlijke vrijheid en gelijkberechtiging. Daar ging een strijd van honderd jaar emancipatie aan vooraf. Met name voor vrouwen leek de wind gunstig in mijn jonge jaren. Ze werden gestimuleerd om te gaan studeren en werken. De man moest ook zijn steentje gaan bijdragen in het huishouden en de kinderopvang kende een grandioze groei. Ik vind het zeer wrang om anno 2024 te moeten constateren dat vrouwenrechten en gelijkberechtiging op zijn zachtst gezegd weer zwaar onder druk staan.

In Iran worden vrouwen afgeranseld en opgesloten als ze hun hoofddoek verkeerd dragen, terwijl in het Teheran van de jaren zeventig de vrouwen nog in minirok over straat gingen. In Afghanistan is de situatie helemaal inktzwart, sinds de Amerikaanse troepen er vertrokken zijn. Studeren en werken is er voor vrouwen sindsdien niet meer bij. Ze zijn veroordeeld tot een leven binnenshuis, zonder perspectief en zelfs zonder de mogelijkheid om zonder begeleiding van een man over straat te gaan. Ze zijn in amper twee jaar tijd gedegradeerd tot baarmachines om nieuwe Talibanstrijders op de wereld te zetten. Vrouwen die zich ertegen verzetten lopen het risico op marteling of ‘verdwijning’.

Het lukt nog altijd niet om vrouwenbesnijdenis in verschillende Afrikaanse landen uit te bannen en in India komen groepsverkrachtingen nog schrikbarend vaak voor. In de Verenigde Staten is in een groot deel van het land abortus inmiddels strafbaar, zelfs na een verkrachting. Ook het fenomeen van de ‘tradwife’ wint er aan populariteit: vrouwen die zich al dan niet vrijwillig beperken tot een functie aan het aanrecht, gekleed in traditionele vrouwenkledij en zeer onderhorig aan haar echtgenoot. De toenemende populariteit onder jongeren van de totaal verknipte vrouwen(mis)handelaar Andrew Tate en zijn gelijkgestemden is op zijn zachtst gezegd zeer zorgwekkend.

Voor wie nog dacht dat ‘The Handmaids Tale’ maar fictie was…

We zijn in ons landje nogal geneigd om te denken dat het hier allemaal veel beter is, maar het terugdringen van vrouwen in het keurslijf is ook hier in bepaalde kringen populair. Thierry Baudet en zijn Forum voor ‘Democratie’ is daar een sprekend voorbeeld van, maar ook in moslimfundamentalistische kringen en bij een partij als de streng gristelijke partij SGP mogen vrouwen nog altijd geen rol van betekenis spelen. Ik heb me al vaak afgevraagd hoe deze achterstelling van vrouwen in het liberale Nederland ooit door de mazen van de wet geglipt is. De vrouwen in kwestie zeggen nog weleens dat het hun eigen keuze is, maar ik heb daarbij ook weleens het idee, dat ik de punten des echtgenoots schoenen onder de gordijnen vandaan zie komen.

Zelfs op het gebied van salariëring gaat het in ons polderparadijs nog altijd niet gelijk op, tot groot en terecht verdriet van de vrouwenbelangenclubs. Vrouwen krijgen – voor hetzelfde werk – gemiddeld nog altijd beduidend minder betaald – tot zo’n 17 procent - dan hun mannelijke collega’s, zo berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek. Als je het gemiddelde salaris van de vrouwen afzet tegen dat van de mannen, dan werken ze deze vijf laatste weken van het jaar eigenlijk voor niets. Godgeklaagd natuurlijk.

Stel je voor dat al deze ongelijk berechtigde vrouwen uit protest die vijf weken niet meer zouden werken. Dat zou zomaar wat probleempjes kunnen opleveren in bepaalde bedrijfstakken. Ik vraag me af of de vrouwen die mede ons land besturen óók beduidend minder verdienen dan hun collega-ministers en -Kamerleden. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat een Dilan Yesilguz bijvoorbeeld dit over haar neoliberale kant zou laten gaan. Haar priemende blik en vrij overdreven assertieve houding doen soms vrezen dat ze zojuist een ongehoorzaam fractielid de kop heeft afgebeten.

Aan de andere kant, moeten we er rouwig om zijn als een minister Marjolein Faber van Asiel en Onzin eens vijf weken op non-actief staat?