JavaScript is disabled in your web browser or browser is too old to support JavaScript. Today almost all web pages contain JavaScript, a scripting programming language that runs on visitor's web browser. It makes web pages functional for specific purposes and if disabled for some reason, the content or the functionality of the web page can be limited or unavailable.

Verhalen en artikelen uit de oude doos

DE GAS-VERLICHTING TE OOSTERHOUT

Verleden en heden. Goede en Slechte tijden. Verhalen, herinneringen van toen en nu, willen wij opnieuw onder uw aandacht brengen. Bent u geïnteresseerd in de geschiedenis van Oosterhout, bezoekt u dan onze website: www.hkoosterhout.nl

Alle verhalen uit de oude doos zijn letterlijk overgenomen uit oude Oosterhoutse weekbladen. Voor elk verhaal is de datum waarop het verhaal is geschreven vermeld.

Uit het Weekblad voor Oosterhout en Omstreken van maandag 15 oktober 1860

DE GAS-VERLICHTING TE OOSTERHOUT

Oosterhout viert heden feest! Jubelend beweegt zich de volksmassa door de straten. Bijna alle gebouwen zijn door het uitsteken der vaderlandsche driekleur in feestelijk gewaad gedost. Inwoner en vreemdeling allen deelen in de algemeene vreugde. Geen wonder ook, want deze dag zet aan onze stad nieuwen luister bij, doet haar weder eene schrede voorwaarts streven op de baan des vooruitgangs en moet dus voor ieder weldenkend ingezeten een ware vreugdedag zijn,

Het lang verbeide oogenblik is dan eindelijk genaderd! Het Gaslicht, reeds vele jaren het voorregt der grootere steden, zal ook voortaan onze straten, huizen, fabrieken, enz. verlichten. Wij achten het onnoodig de goede hoedanigheden van het nieuw ontstoken licht op te sommen, en stellen ons alleen ten doel om van onze belangstelling te doen blijken in eene zaak, waaraan ieder die de belangen der stad zijner inwoning ter harte gaan, moet deelnemen; ja, wij jubelen gaarne mede, en wenschen het onze bij te brengen aan eene feestviering welke van vooruitgang getuigt; vooruitgang zij immer onze leus! Voorwaarts met den stroom, of men komt tot stilstand, en stilstand is achteruitgang. Het strekt ons tot genoegen den vooruitgang welke in de laatste jaren in deze stad valt op te merken, te mogen toeschrijven aan de goede zorgen van het Gemeentebestuur, hetwelk zich immer beijvert het welzijn der ingezetenen te bevorderen en alles aanwendt om handel, nijverheid en landbouw te doen bloeijen, waarvoor het dan ook bij deze gelegenheid, namens alle ingezetenen , openlijk onze hartelijke dank wordt toegebragt. — Dank zij ook gebragt aan het Muziek-Gezelschap „de Harmonie”, dat zoo welwillend zijne diensten heeft willen verleenen tot veraangenaming van ons feest; dank aan den Ondernemer der Gas-Verlichting, die zeer veel heeft bijgedragen tot opluistering der feestviering; dank aan de Commissie tot regeling der volksfeesten, voor hare moeite en zorgen daaraan besteed; dank eindelijk aan ieder, die bijgedragen heeft om dezen dag luister bij. te zetten.

Ten slotte uiten wij den wensch, dat onze stad steeds in bloei en welvaart moge toenemen, dat het Gemeentebestuur met denzelfden ijver de belangen der ingezetenen blijve behartigen, dat handel, nijverheid en landbouw gedurig mogen vermeerderen, en dat het pas ontstoken Gaslicht, als het ideaal van hooger licht, meer veredeling des harten, meer beschaving van den menschelijken geest zal voortbrengen.

BESCHaving! Genius van ’t menschelijke leven!

Onmisbaar aan het beeld des Scheppers van ’t heelal;

Gij, heilstar, die zijn geest naar hoogre sfeer doet streven,

Hem werelden ontdekt en wondren zonder tal! —

Gij sloegt den nevel neêr, die ’t stoflijk oord omhulde,

En toonde ons ’t ver verschiet meer helder, opgeklaard;

Uw lichtstraal boorde in ’t ruim, dat duisternis vervulde,

En koestrend daalde uw vuur op de eerst ontvruchtbare aard.

Verlichting spreidde keur van alle kunstgewrochten;

’t Genie stichtte onder hen zijn eeuwig monument;

’t Gekluisterde verstand werd eindlijk vrijgevochten,

Dat thans in schaamler stand ook zeegnend hulpe zendt.

Een stralenkrans omgloorde Europa’s maatschappijen;

Vooruitgang! gij toch reest, gij eedle vonk der kunst!

Uw flikkring wees het spoor aan al heur volkenrijen;

En stad, gehucht en dorp, ’t deelde alles in uw gunst.

Getuig, gij Oosterhout! de waarheid dezer woorden;

Beschaving won ook veld in uwe streek zoo schoon:

Apollo zond vóór lang reeds weelderige accoorden

Aan uwe zonen af; gevoelig voor dien toon

Werd ’t speeltuig dra gesnaard, de toonen opgevangen,

En uwe jonglingschap steeg stout ten Helicon.

Hoe lieflijk streelden steeds uw burgerschaar die zangen

Waarmêe vaak de eedle Muze én hart én zinnen won!

Thans komt vooruitgang U een nieuwen luister brengen;

Verlichting ijlt vooruit uw straten, pleinen door;

Zij komt heur zegekreet met Muzes toonen mengen,

Reeds zwijmt uw nachtlijk floers voor ongekenden gloor.

De moede wandelaar, die door uw donkre straten

Voortstromp’lende, met moeite een weg gekozen had,

Vindt hem bij ’t heldre licht niet eenzaam meer, verlaten,

Maar werpt een verren blik door gansch het ruim der stad.

De duistre huizen-klomp, waar menig reiz’ger dwaalde,

Rijst schitt’rend in den tooi van ’t nieuw ontstoken licht;

Zóó zwijmt ook domheid weg (die menig hart verstaalde)

In den verlichtings-kreits, dien ’t huidig tijdvak sticht.

Eer, hulde zij ’t Bestuur, dat, wars van stilstand, streefde

Naar ’t voorwaarts op de baan van orde, welvaart, nut!

Dat roemvol te allen tijd voor ’s volks-vereedling leefde,

Regere lang ’t Bestuur, door ’s Hemels gunst beschut!

Den Ondernemer ook der Gas-fabriek zij eere!

Het „Heil en Dank” storte elk gulhartig voor hem uit!

Dat gansch de burgerij regtmatig hem vereere,

‘t Is waar genot en nut, dat van zijn werk ontspruit.

Het licht, dat hij ontstak, blijv’ flikk’rend haar omgloren,

’t Zij U, o Oosterhout! het beeld van ’t hoog’re licht

Dat ons Beschaving teelt; — uit haren schoot geboren

Gekweekt door de eedle kunst, prijk’ roemvol ’t nieuw gesticht!

Snel zoo uw toekomst in! — Verlichting blijve U leiden! —

Minerva zij uw gids op ’t ingeslagen, spoor! —

De onwelkbare eere-palm zal ’t nakroost U bereiden,

Licht zij op ’t kunst-gebied uw schreên goedgunstig voor.

R., October 1860. J. J. V. (FVW)