In juni 2020 overleed een schoonzus van mij. De uitvaartplechtigheid vond plaats op natuurbegraafplaats Maashorst in Schaijk. Mijn vrouw liet blijken dat ze die omgeving wel mooi vond en dat bevestigde ze later bij de begraving van de urn. Alleen vond ze het plekje, in het bos, niet zo mooi. Deze informatie sla je op, want er waren nog wel eens discussies over ‘wat en waar’.
Die informatie had ik alleen veel sneller nodig dan verwacht en gehoopt; in november 2020 overleed mijn vrouw plotseling en onverwacht. In alle drukte in de dagen daarna was één beslissing makkelijker: die over ‘wat en waar’. Het werd dus een plechtigheid en een urnbegraving op Maashorst in Schaijk.
In de jaren daarna veranderde mijn eigen leven natuurlijk nog meer: ik verhuisde van een groot huis in Herpt naar een appartement in Residentie Molenwijck in Loon op Zand. Inmiddels begon een fout in mijn rechteroog storend te worden, wat mij in de toekomst sterk zou kunnen gaan belemmeren in het autorijden en dus minder mogelijkheden zou geven om het graf van mijn vrouw op Maashorst te bezoeken.
In 2021 was ondertussen natuurbegraafplaats Huis ter Heide in De Moer geopend. De manager daarvan kwam een voorlichtingsbijeenkomst geven in Residentie Molenwijck en ik bleek haar nog te kennen van november 2020 in Schaijk. Ik heb toen tegen haar gezegd dat ik een keer wilde komen praten over een urnengraf voor mezelf op Huis ter Heide en een eventuele verhuizing van mijn vrouw van Maashorst naar Huis ter Heide.
Aldus geschiedde. De vraag om iemand te herbegraven bleek vaker voor te komen, maar dan altijd vanaf een reguliere begraafplaats. Niet vanaf een natuurbegraafplaats waarbij biologisch afbreekbare kisten en urnen opgaan in de natuur en een natuurgraf voor eeuwig is.
Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden, werd na overleg met Maashorst besloten de verhuizing door te laten gaan. Een urnengraf op Huis ter Heide werd in onderling overleg en in de zon uitgekozen.
Haar urn op Maashorst werd opgegraven, gelukkig nog in goede staat, door mij naar Huis ter Heide gebracht en daar door mij en haar zuster opnieuw begraven. Alleen het gedenkteken, een boomschijf met daarin de tekst gegraveerd, was dusdanig ‘in de natuur opgegaan’ dat die niet echt meer goed bruikbaar was. Dus is een nieuw gedenkteken gemaakt.
Omdat er op natuurbegraafplaatsen eeuwigdurende grafrust heerst, bleef haar graf op Maashorst ook bestaan. Mijn vrouw had als sterrenbeeld tweeling. Een bijkomend leuk toeval: zij heeft nu twee eeuwigdurende graven.
Al met al is deze speciale verhuizing met behulp van de mensen van Huis ter Heide en van Maashorst goed en naar volle tevredenheid verlopen, nu fiets ik geregeld langs Huis ter Heide en maak daar een rondje over de begraafplaats en langs haar graf.
Anne Wtenweerde, Molenwijck 116, Loon op Zand