In het Klein Revuetje werd dan wel gezegd ‘dat ik niet zo veel op had met kunst’ en dat klopt, niet met de meuk die je tijdens de rommelmarkt op Koningsdag nog niet aan de man gebracht krijgt, maar wel als kunst wordt aangeboden. Piet Hohmann en Paul Elshout, die maakten kunst. Die hadden ook humor en zagen dingen die de gemiddelde mens (nog) niet zag. Die hoefden dan ook niet te sappelen om rond te komen, want hun werk werd ook buiten onze grenzen enorm gewaardeerd.
Maar we hebben ze nog hoor, echte kunstmakers. Het topje van het amateurtoneel stond vijf avonden voor een volle bak in de kleine zaal van de Bussel, waar zowat de hele grachtengordel zich drie keer in de rondte had gezwoegd om aan een kaartje te komen.
Zij schetsten ons in enkele stukken geen al te rooskleurig wereldbeeld; ‘We dansen op een vulkaan’, waarmee ze het einde van dit enorm decadente tijdperk aankondigden. Maar even daarvoor kreeg je een hilarisch inkijkje over de situatie die zou kunnen ontstaan als het gemeentehuis èn H&M samen onder hetzelfde dak zitten. Tenminste, als dat nog doorgaat allemaal, want er zit veel in de ‘ijskast’.
Voorwaarde om alles te kunnen waarderen is wel dat je een klein beetje betrokken bent en jezelf op de hoogte houdt van wat er zich in dit storp zo’n beetje afspeelt.
Je mag Ton Biemans gerust verantwoordelijk houden voor de inhoud. Hij heeft lol om verwerkt leed, zoveel is zeker en hij ziet dus allebei. Zet hem gerust naast Piet en Paul. En de manier waarop hij en de rest zingend en acterend gestalte aan al dat fraais gaven was bewonderenswaardig. Dit mag je dus met een gerust hart kunst noemen, ja, met een grote K.
evr
ps. Verderop in dit weekblad een uitgebreide terugblik met veel foto’s.
(foto’s Casper van Aggelen)