Verleden en heden. Goede en Slechte tijden. Verhalen, herinneringen van toen en nu, willen wij opnieuw onder uw aandacht brengen. Bent u geïnteresseerd in de geschiedenis van Oosterhout, bezoekt u dan onze website: www.hkoosterhout.nl

Alle verhalen uit de oude doos zijn letterlijk overgenomen uit oude Oosterhoutse weekbladen. Voor elk verhaal is de datum waarop het verhaal is geschreven vermeld.

Uit het Kanton van donderdag 2 januari 1964

Thomasvaer en Pieternel (deel 2)

Thomasvaer:

In de augustusmaand, als vrij zijn alle kind’ren, heeft ’t recreatie-comité met ijver geprobeerd, Om wat hen aan verveling soms zou hind’ren, Met spel en fiets of zwemkunst kon worden afgeweerd.

Pieternel:

Zo voor de jeugd en zo voor de bejaarden; die krijgen binnenkort, daar aan de Leysenhoek, een eigen home; ze vinden daar dan „eigen haarden”, zoals dat heet; ’t bejaardenhuis immers is nog zoek.

Thomasvaer:

Weer waren dapp’ren, ondanks regen, wind, — die waren hen reeds jaren slecht gezind — gereed om Oosterhout een Taptoe aan te bieden; De dank was groot, al moest men weer eens doornat huiswaarts vlieden.

Pieternel:

Hoe staat het, Thomas, met de gaten op het marktplein? Zou dat euvel nu voorgoed van de baan geschoven zijn? We zagen er geen meer, behalve dan dat voor die zwaar verlichte boom, Die staat daar schoon; wat hoekig nog misschien, maar zonder schroom.

Thomasvaer:

De jeugd, de beste leeftijd goed beschouwd, Waarin het leven met al zijn krachten schuilt, Die in de Soos en Rendez-Vous van Oosterhout, de dans, modern vooral ruimschoots in ere houdt.

Pieternel:

En in Excelsior, St. Jan en ook nog in Bravo, daar leeft weer and’re jeugd ook and’re levenssappen uit; Excelsior die gaat naar Salzburg zelfs, o-zo, Dat is voor ’t nieuwe jaar een vast besluit.

Thomasvaer:

En tussendoor een song- of muziekfestival erbij, waar jeugdige talenten elkaar bekampen; Men kan dat soort moderne vorm van „vrij en blij” Steeds meer de vaderlandse bodem uit zien stampen.

Pieternel:

Niet zo minachtend, Thomasvaer, die hedendaagse jeugd, Die mag er zijn bij alle eveneens moderne vreugd. Denk aan de acties als b.v. „Wij en Zij”, of Uurloon-actie; dan zijn z’er evengoed ook bij.

Thomasvaer:

Hoe staat het met de sport in al zijn takken? Ik hoorde dat zelfs dames met de bal in de hand, gaan spelen tot ver in het ganse land, En daarbij duchtig erop los weten te hakken.

Pieternel:

En ook de paardensport gedijt hier goed, zoals de St. Hubertusclub aantonen doet. De pony’s worden met bekwaamheid reeds bereden En ’t eed’le paard jeugdige trouw beleden.

Thomasvaer:

En dan dat wandelen, wel honderd kilometers lang; Men is daarvoor in Oosterhout niet bang. Zelfs hele teams wandelen de kennedy-route, En zijn daarmede menig uurtje zoet.

Pieternel:

Het groene laken met de ballen, drie en rond, Geniet nog steeds de aandacht van zo menig man, die dan in wedstrijdvorm die ballen raak’lings zond, zodat hij mak’lijk verder stoten kan.

Thomasvaer:

En Koning voetbal beheerste zelfs de straat, Toen d’Oosterhoutse jeugd in felle kamp, en ruim gesteund door de vakantie-staat, Het veld betrad en streed met duchtig voetgestamp.

Pieternel:

De duiven vlogen ook dit jaar weer af en aan. ’t Zij uit louter maar genot of voor de goede zaak. Men kan er steeds weer van op aan, Voor dat goede doel is d’oproep steeds weer raak.

Thomasvaer:

’k Vernam C. Snelders werd schutterskampioen, en Mieke, achternaam van Gils, zwom naar de eerste prijs. Jac van der Kloot kreeg bij de Molenronde de bekende winnaarszoen, Rond de Oosterhoutse wandelsport hangt steeds zegegekrijs.

Pieternel:

Den Hout verhief zijn „Amicitia” naar hoog’re regionen, en wil zijn korps nu met een nieuwe kleedij gaan belonen. Oosteind staat er met zijn fanfare niet zo heel best voor; We hopen evenwel: ’t behoud ervan, dat gaat toch door.

Thomasvaer:

En wat met Dorst, Forensenplaats van nabijgelegen stad; Daar bouwde men een W.G.K.gebouw, of wist je dat? En Stuivezand, blijft dat nu Oosterhout, Of is ’t plagen, dat men die kwestie zo lang ophoudt?

Pieternel:

Het onderwijs dat blijft nog hier en daar het zorgenkind. Hoop’lijk, dat men in vier en zestig ruimte vindt om minstens d’U.L.O., aan zijn oude vestingplaats zo trouw, kan voorspellen: Volgend jaar voor U een nieuw gebouw.

Thomasvaer:

En dan de openbare school, in keten thans ondergebracht. Wanneer zal ’t zijn, dat men ook daar eens lacht, omdat men trekken kan naar een modern pand, Waar de kalk dan houdt aan plafond en wand.

Pieternel:

Welaan, Thomas en allen, die hier woont, Het jaar 1963 werd ook met goede dingen wel bekroond. En wat de toekomst, ’t nieuwe jaar te brengen heeft, We hopen, dat een ieder uwer dat beleeft.

Thomasvaer:

Tegen alle ordent’lijke begrippen in, Sluit ik de rij, zoals ik maakte het begin van deze rijmlarij, die over het verleden sprak, en waarin echt geen grintje boosheid ergens stak.

We gaan tesamen ’t nieuwe jaar vol goede moed weer in. En dat betekent: Pak aan, direct al vanaf ’t begin. Ieder voor zich en allen ook tesamen, willen we ons kunnen en ons persoonlij’k bekwamen, inzetten voor de leus, dat ieder het in Oosterhout, mits ook van goede wil, een leven lang uithoudt.

’t Is goed wonen en goed werken in Oosterhout, is ons de leus, die inderdaad ook steek houdt. Indien ook eens d’ellend’ge woningnood, die velen aanspreekt; ze ligt open en bloot, zijn einde vinden kan, zij ’t eerst na jaren, dan zal dat menigeen groot leed besparen.

Werk is er ruimschoots voor wie is van goede wil. In geen bedrijf spreekt men van „’t is zo stil”. Ook de beloning voor dat werk is ree’lijk goed, En zorgt ervoor, dat men het wel met vreugde doet.

’t Bestuur van onze plaats blijft diligent,-En kijkt niet, zie de begroting vier en zestig maar, op enkele miljoenen, laat staan op simp’le cent, en brengt, ondanks die schulden, menig zaakje klaar.

Het leven is zo slecht nog niet, heus waar, Indien men slechts te leven weet. En moge ’t juist aangebroken nieuwe jaar, Leiden ertoe, dat men wat minder prettig was vergeet.

Ik wens U, mede namens Pieternel, Het ga U allen en ieder uwer, dit jaar wonderwel. (FVW)

Het eerste deel van dit artikel kunt u lezen in het Weekblad Oosterhout van woensdag 3 januari jl.