Mattie Trommelen, decaan op het Effent en nog voor 9 uur geschiedenisleraar daar, liep vorige week voor de 38-ste keer de Rotterdamse marathon, dit keer in 4 uur en 24 minuten. “Daar ben ik, ook gelet op de artrose in mijn knie, heel tevreden over”, lacht hij.

Zijn voorbereiding start hij in december, in totaal traint hij dan een slordige 700 kilometer. Maar zijn drive om die marathon te blijven lopen ligt ook op een heel ander vlak. “Ooit waren we met vijf kerels die het deelnamerecord deelden, nu zijn alleen de Rotterdammer Theo Cummins en ik daarvan over en we hebben allebei de stiekeme ambitie om als laatste over te blijven, hebben daar ook een hoop lol om”, zegt hij. “Elke vijf jaar worden we gehuldigd, krijgen dan van de burgemeester een speldje. Net zoiets als bij de Vierdaagse van Nijmegen. Dit jaar dus niet, maar dit was voor mij wel de meest memorabele van de 38, zeker vanwege de minuut stilte voor Kiptum. Hij wou hier zijn wereldrecord (2 uur en 35 seconden) verbeteren maar overleed bij een auto-ongeluk. Honderdduizend mensen en je kon een speld horen vallen. En natuurlijk omdat Lee Towers ons voor het laatst wegzong.”

evr