Verleden en heden. Goede en Slechte tijden. Verhalen, herinneringen van toen en nu, willen wij opnieuw onder uw aandacht brengen. Bent u geïnteresseerd in de geschiedenis van Oosterhout, bezoekt u dan onze website: www.hkoosterhout.nl

Alle verhalen uit de oude doos zijn letterlijk overgenomen uit oude Oosterhoutse weekbladen. Voor elk verhaal is de datum waarop het verhaal is geschreven vermeld.

Uit het nieuwsblad voor het KANTON OOSTERHOUT en ‘DE OMROEPER’ van zaterdag 14 juni 1941

Waar blijft ons stadhuis?

Wat gebeurt er met den mooien tuin, die langzamerhand een wildernis wordt?

Met oprechte voldoening hebben wij toentertijd het bericht begroet, dat het voormalige kasteel van de familie Brouwer Ancher achter de Slotjes door de gemeente was aangekocht om ingericht te worden als stadhuis. Hierdoor kreeg het gemeentebestuur de beschikking over een representatief en practisch gebouw. Bovendien bleef daardoor dit pittoreske kasteeltje in zijn mooie omgeving bewaard. En bovendien kregen daardoor onze schoone Slotjes, die vele gemeenten ons benijden een nieuw cachet en een verhoogde aantrekkelijkheid. Even verheugend was het bericht, dat het kasteeltje gerestaureerd zou worden. Het is nu al een heele tijd geleden, dat de werkzaamheden zijn begonnen en men had gedacht, dat het nu toch onderhand wel gereed zou zijn. Herhaaldelijk krijgen wij de vraag te hooren: waar blijft toch ons stadhuis? Wij weten wel, dat restaureeren vaak veel tijd kost en dat de schaarste aan bouwmaterialen en andere zaken op het oogenblik remmend werken op de bedrijvigheid in de bouwvakken. In onze vraag is dan ook geenszins een verwijt gelegen aan wie dan ook. Maar toch meenen wij, dat het dienstig zou zijn, wanneer in den gemeenteraad zoo nu en dan eens een mededeeling word gedaan over den stand der werkzaamheden en ’t vermoedelijke gereedkomen van het gebouw. Dat zou een einde maken aan vele onjuiste veronderstellingen en schampere opmerkingen, die er de ronde over doen.

Tevens zouden wij willen vragen, welke plannen heeft men met den prachtigen tuin, die er omheen lag en die nu in een wildernis is herschapen? Met belangstelling zien wij, en velen met ons een antwoord op die vragen tegemoet.

Uit het “KANTON OOSTERHOUT”, nieuwsblad voor Oosterhout e.o. van zaterdag 25 oktober 1941.

Ons kasteel-raadhuis

Een bezoek leerde ons, dat Oosterhout een waardig practisch en fraai gemeentehuis zal bezitten.

Dezer dagen waren wij in de gelegenheid een bezoek te brengen aan ’t voormalige Huize Limburg, ons toekomstig raadhuis, waarvan het grootste gedeelte nog in verbouwing is. Weer viel het ons op, wat een idyllisch plekje onze Slotjes vormen en hoezeer wij ons gelukkig kunnen prijzen, dat het gemeentebestuur in staat was juist daar een pand te verkrijgen, ten zeerste geschikt voor een raadhuis, Oosterhout waardig.

De oude tuinmanswoning.

Waar vroeger diepe karresporen en een vuile sloot waren, leidt thans een breede oprijlaan naar de poort en de vroegere tuinmanswoning van Huize Limburg. De tuinmanswoning is geheel omgebouwd en hier zijn reeds verschillende afdeelingen ondergebracht n.l. de bureaux voor militaire zaken, burgerlijken stand, bevolkingsregister en van den gemeente-ontvanger. Het zijn ruime goed verlichte kantoren geworden, die zeer modern en practisch zijn ingericht. Er zijn flinke ruime loketten en stalen kasten, waarin de geheele bevolking van Oosterhout, op kaarten overgebracht, veilig rust. Ook vele belangrijke bescheiden zijn in brandvrije kluizen opgeborgen.

Naar het slot.

Dan gaan wij naar het eigenlijke slot. De vroegere houten slotbrug is thans geheel in steen opgetrokken. De buitenmuren zijn geheel nieuw aangesmeerd. In het gebouw zelf is alles nog staat in van verbouwing. Vele zijn muren uitgebroken en als men dit alles zelf eens in ogenschouw kan nemen, begrijpt men, dat de restauratie niet zoo vlug in haar werk kon gaan, als de man op de straat wellicht gedacht heeft.

Het geheel staat onder leiding van den architect van monumentenzorg, den heer d’Hoog uit Den Haag. Alles dient zorgvuldig en met overleg te geschieden. Van uit de vestibule zien wij rechts en links de toekomstige kamer van de burgemeester en de secretarie.

Het oude zooveel mogelijk gespaard.

Zooveel mogelijk zijn de oude wandversieringen gespaard, alsmede de oude plafonds. Hier en daar worden die nog verfraaid of opnieuw aangelegd door stucadoors. Hier bloeit nog het oude ambacht, aangezien dit alles onvervalscht hand werk is.

De gemeente laat de werken voor eigen rekening uitvoeren; waarbij zooveel mogelijk Oosterhoutsche vaklieden aan het werk worden gesteld. De vloeren worden belegd met parket. De verwarming zal bestaan uit gas-centrale-verwarming. Wij konden reeds eenige prachtige smeedijzeren haarden bewonderen, die geheel overeenstemmen met het innerlijke van het gebouw.

Op het binnenplein.

Op het binnenplein is een stuk bijgebouwd. Vanuit een mooie galerij met bogen heeft men een idyllisch uitzicht over de slotgracht en het bijbehoorend park.

De kelder is door uitgraven driemaal zoo groot geworden en verbouwd tot brandvrije bergruimte voor de archieven van Oosterhout. Deze ruimte is zoodanig, dat de gemeente nog wel 10 maal zoo groot kan worden en dan nog is de archiefruimte voldoende. In de kluis zelf is wegens brandgevaar geen verwarming aangebracht, wel op de muren en bij de deuren om alles droog te kunnen bewaren. Een monumentale marmeren trap leidt naar boven, waar verschillende afdeelingen ondergebracht zullen worden. Het park, dat er nu nog wat vervallen uitziet zal natuurlijk deskundig worden opgeknapt.

Villabouw rond het raadhuis.

Momenteel ligt het nieuwe raadhuis nog iets buiten de plaats, doch in de toekomst zal dit anders worden. Na den oorlog zal nl. achter het gemeentehuis een villa-wijk ontworpen worden. Ook den tuin van notaris Le Maire zal vermoedelijk gebruikt worden voor den bouw van alleenstaande villa’s.

Samenvattend kunnen wij constateeren, dat Oosterhout een waardig, practisch en fraai kasteel-raadhuis zal bezitten. (FVW)