“Ze komen hier met 100 kilometer per uur van de afrit af op een meter of 12 van waar die gezinnen moeten komen wonen. En buitenspeelgelegenheid is er niet. Bovendien liggen er nergens trottoirs en is het kanaal vlakbij. Ook de weg langs het kanaal is levensgevaarlijk. Die mensen lopen enorme risico’s.” Dat waren de belangrijkste opmerkingen van de ‘omwonenden’ (ondernemers dus) van de plek op Hoevestein waar de komst van 180 statushouders en asielzoekers is gepland.
Vorige week dinsdag organiseerden het COA, de gemeente, Surplus en het Nidos, de enige voogdij- en opvangorganisatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Dit zijn kinderen en jongeren die zonder ouders hun thuisland zijn ontvlucht.
Een klein legertje van medewerkers van die organisaties stond klaar om de belangstellenden van informatie te voorzien. Er bleken er meer dan belangstellenden, die eerst een soort promo-filmpje te zien kregen in de trouwzaal om vervolgens in de raadszaal hun vragen te kunnen afvuren. Surplus stond er vooral om vrijwilligers te interesseren om er straks helpende handjes te kunnen bieden. “Wij komen op allerlei fronten vrijwilligers tekort, maar hier zeker, terwijl het heel dankbaar werk is”, aldus de dames. De tweede sessie werd al even druk bezocht, ergens tussen de vijf en tien mensen. Het is dan ook verder in niemands echte achtertuin hè.
De ondernemers op Hoevestein zijn in elk geval niet gelukkig met de situatie. “Nog even los van de bodemvervuiling hier, je mág hier niet eens wonen.”
Natuurlijk is het gemakkelijk om ‘verbaal’ en op papier alles goed te organiseren, de praktijk is vaak ietsje weerbarstiger. En de veiligheid? Als overheden in staat zijn om langs de snelwegen hekken weg te zetten om de padden tijdens hun trek te beschermen dan moet dit een peulenschil zijn.
Het ging dus om een ‘soort-van’ kennismaking met de plannen. Zodra het COA een definitieve beslissing heeft genomen over de aankoop van de panden gaan alle officiële procedures in werking. Tijd genoeg dus om aan de bezwaarschriften te werken.
evr
(foto’s Casper van Aggelen)