Want het is maar een dun lijntje tussen bestaanszekerheid en bestaansonzekerheid. Onverwachte factoren kunnen zomaar, in alle rangen en standen, het fundament onder jouw bestaan uittrekken. Zekerheden heb je eigenlijk niet. Wel de illusie van bestaanszekerheid. Wat is nu bestaanszekerheid? Volgens de overheid: ‘een bestaan met voldoende en voorspelbaar inkomen, een woning, toegang tot onderwijs en zorg en een buffer voor onverwachte uitgaven’, maar volgends de deelnemers van Het Debat op de Braak is dat wat te beperkt. Een betere definitie luidt: ‘een bestaan met voldoende en voorspelbare koopkracht, een passende woning, toegang tot de digitale omgeving, adequate zorg, een sociale omgeving, maatschappelijke verbinding en een buffer voor onverwachte uitgaven’.

Eén voor één hebben we de ankers de revue laten passeren en concluderen dat we op veel dingen geen invloed hebben. De uitkeringen van de AOW schieten zeer tekort en zonder pensioentje is het moeilijk rondkomen. In de maatschappij voelt dat oneerlijk. Alle sociaal ‘zwakkeren’ zouden dezelfde koopkracht moeten hebben. Zo is het in ieder geval wat eerlijker verdeeld.

Het vinden van een passende woning is een landelijk probleem. Er wordt geconcludeerd dat Thuisvester hierin een positieve rol aan het spelen is, wetende dat het jaren duurt voordat de resultaten daarvan zichtbaarder worden. Voor de koopwoningen is het lastiger. Niet alleen zouden deze meer geschikt moeten zijn voor de verdunning, maar ook de mogelijkheden tot sociale activiteiten zijn daar niet aan de orde. Waar in de huurcomplexen een gezamenlijke ruimte is voor ontmoeting, is dat bij de koopwoningen niet zo. Een sociaal netwerk opbouwen doe je immers in jouw straat of wijk en niet in het buurtcentrum in een andere wijk. Desalniettemin worden de initiatieven in de wijkcentra zeer gewaardeerd en de mogelijkheden tot ondersteuning aldaar bovenal. De digitale ondersteuning wordt hierbij extra genoemd, omdat het voor ouderen lastiger wordt gevonden om digitaal aan te sluiten. Niet digitaal kunnen aansluiten, geeft ook een hoop bestaansONzekerheid.

Op de zorg hebben we weinig invloed en zien we de tekorten groter worden. Een sociaal netwerk hebben wordt steeds essentiëler. Bij problemen om hulp durven vragen en de schaamte voorbij gaan, is nog niet zo makkelijk. Een grote signaalfunctie zien we bijvoorbeeld bij de huisartsenzorg en de scholen, maar zij zijn door de AVG weer beperkt in wat ze kunnen. Oog hebben voor elkaar en eens aan de buren vragen hoe het met ze gaat, kan al een groot verschil maken en de drempel verlagen.

Kortom een grote taak voor de gemeente in de brede zin. Niet alleen door de ambtenaren of politiek, maar zeker ook door de inwoners zelf. Kunnen we de stap naar elkaar weer met z’n allen maken?

Namens werkgroep Debat op de Braak,

Natascha Bakx