Verleden en heden. Goede en Slechte tijden. Verhalen, herinneringen van toen en nu, willen wij opnieuw onder uw aandacht brengen. Bent u geïnteresseerd in de geschiedenis van Oosterhout, bezoekt u dan onze website: www.hkoosterhout.nl

Alle verhalen uit de oude doos zijn letterlijk overgenomen uit oude Oosterhoutse weekbladen. Voor elk verhaal is de datum waarop het verhaal is geschreven vermeld.

Uit het Oosterhouts weekblad “het KANTON” van donderdag 13 augustus 1964

Het wordt weer Oosterhoutse kermis

Een jaar vliegt voorbij. En vele jaren volgen elkaar op in een vaart, waarin wij spoedig de leeftijd van het kind ontgroeien, die der jongeren bereiken en tot volwassenen worden. We onderkennen in die jaren, naar eigen wens, en door gebruik als vanzelf aanvaard, wat we „mijlpalen” noemen en een reeks van die mijlpalen leiden ons tot de dag van de ouderdom.

Maar kind, jeugdige, volwassene of zelfs bejaarde, voor een geboren Oosterhoutenaar, een „inboorling” en vooral voor die ingezetene, waarvan ook de wiegen van de ouders in Oosterhout stonden, voor al diegenen blijft Oosterhoutse kermis een gebeurtenis van bijzondere betekenis. Ook al zouden zij het willen en proberen, Oosterhoutse kermis zegt hen iets, het roept herinneringen op en leidt tot het nemen van bepaalde voorbereidingen, het treffen van maatregelen of het maken van plannen, waarvan menig niet-geboren ingezetene nauwelijks weet heeft en soms ook nog minder begrijpt.

We zouden bijna kunnen zeggen: Men krijgt het in de wieg mede. Gewoonte, gebruik; deze woorden zeggen iets, maar niet alles omtrent dit verschijnsel. Oosterhoutse kermis is voor de echte Oosterhoutenaar meer dan gewoonte, gebruik. Tegen de tijd dat zichtbaar of niet, de kermis hier voorbereid wordt, gaat er bij velen iets om, dat zij geen naam kunnen geven. Het gaat er een beetje gisten als het ware en zelfs al wil men zich daarvan losmaken, men ondergaat het als iets onoverkomelijks. En daaraan heeft noch de ontwikkeling, de gedaanteverandering van de kermis, zelf niets kunnen veranderen, noch het feit dat er toch in onze tijd naast en behalve die kermis nog tal van andere nieuwe mogelijkheden gekomen zijn voor vermaak, voor ontspanning, voor een week vakantie.

De kermis zelf

Veel van de ouderwetse kermis is verdwenen. En ook de betekenis als eenmalig en praktisch enig gebeuren in onze plaats om zich enkele dagen los te maken van dagelijks werken en zorgen; als een gebeurtenis, waarnaar werd uitgezien als het gezelligheids- en amusementsgebeuren van het jaar. Veel ander vermaak en ontspanning was er niet. En veel meer vrije tijd ook niet.

Anders dan nu; met zijn vijfdaagse werkweek. Met zijn vaste inkomen op goede bestaansbasis; met vakantietoeslag en ook binnen de ruimte van de inkomens voldoende voor ’n regelmatige ontspanning of vrijetijdsbesteding. Met zijn velerlei gelegenheden tot het vullen van die vrije tijd, mede beïnvloed door de ruimheid van verplaatsingsgelegenheden Ook de kermis zelf veranderde. Veel van de romantiek, de specifieke kermisromantiek verdween en maakte plaats voor nieuwe vormen van vermaak. De carrousels verdwenen, met de echte paarden, de lucht van zand vermengd met paardenmest en de sfeer van dat heel attractieve op een echt paard te mogen zitten als een volleerd ruiter. De kleine tentjes met gedresseerde dieren, het vlooientheater, de waarzeggers-tentjes en nog zoveel meer, dat de sfeer van geheimzinnigheid zo dicht benaderde, dat dit alleen reeds de grote aantrekkingskracht uitmaakte. De moderne kermis heeft nog wel enige sporen van het verleden behouden. In de schiettenten, in de kindervermakelijkheden vaak ook nog, in de jimmy. Maar er kwamen vele nieuwe elementen bij, aangepast aan moderne opvattingen: vliegtuigen, auto’s, brommers, maanraketten, van ieder waarvan de kermis verkleinde en vereenvoudigde afbeeldingen brengt. En daarnaast de zogenaamde goktentjes in velerlei vorm, die een grote aantrekkingskracht uitoefenen op jong en oud.

Maar oud daartegenover is toch weer of nog steeds: de paling en de kaneelstok of lekpin; de zoete of zoute pinda’s en de fruitstalletjes. En aan dat alles ontkomen velen nog steeds niet. De kinderen op de eerste plaats: die vinden er hun eigen kramen en tentjes; de draaimolen met houten paardjes en koetsjes, met fietsen en auto’s en velerlei dieren. En de kramen met speelgoederen „echt van de kermis”, een lekstok of andere snoeperij. En brengen er gauw enige uurtjes door, met het ondergaan van alleen maar de sfeer al van kermismuziek, van al het ongewone en, in de avond van de betoverende lichtjes in allerlei kleuren. De jongelui, die weer andere vermakelijkheden zoeken. De jimmy, de luchtschommels, de schiettenten, werptenten en die velerlei ronde tentjes voor het gokken. En dan alleen maar het op en neer slenteren over Markt en Heuvel en van het ene plein naar het andere; met een zure bom of een paling, een stuk fruit of een zak pinda’s, een buil frites met of zonder en eventueel tussendoor een biertje of iets anders in een café, met of zonder dans. En de ouderen gaan de kermis eens over. Ze doen er niet zoveel meer aan. Ze willen er eens in zijn, de sfeer ervan opnemen en hier en daar een speciale attractie beleven. Ze nemen vaak iets mee naar huis, waar dan even vaak de kermis wordt voortgezet. Dat doen er zovelen.

Alleen maar thuis echt kermis vieren. De fles gezellig op tafel voor een kermisborreltje voor zichzelf en voor wie er zo eens binnenvalt. Immers op die dagen is iedere verre kennis bijna steeds welkom. En er wordt iets extra’s in huis gehaald, ook aan gebak en snoeperijen. Vaak is dan juist de voorkamer de plaats van verblijf, ook al blijft die anders meestal buiten gebruik of zo goed als. Maar met kermis gaan de gordijnen wat verder open om op straat te kunnen zien, naar de passanten; en ook om gezien te worden en door de ruit een uitnodigend gebaar te kunnen maken. Kortom, een soort familie-samenzijn, met min of meerdere kennissen, geïmproviseerd vaak in afwachting wat het worden zal en wie er komen zullen.

In tal van gezinnen is er „bezoek” van familie en kennissen, die in Oosterhout kermis komen meevieren. Gebrek aan slaapgelegenheid wordt even improvisorisch opgelost, want zonder die vaste kermisbezoekers gaat het immers niet. En alleen al dat bezoek brengt iets van de Oosterhoutse kermissfeer mee.

Oosterhout is anders in die dagen. Het verkeer is weg uit de binnenstad, maar daarvoor in de plaats is er dat andere vertier en geloop; die andere lucht, zoet en zuur en alles wat daartussen ligt.

En ook door een andere oorzaak: vreemdelingenbezoek zogoed als de afwezigheid van toch ook weer een groot aantal ingezetenen. Die al heel veel jaren juist kermisweek als hun vakantieweek zien en juist dan er op uit trekken. Op vakantie; overal heen, maar buiten de eigen kermis. Om welke redenen ook, ook het laatste heeft iets met kermis te maken en tientallen gehele gezinnen zijn in die dagen in ieder geval niet in Oosterhout te vinden.

Oosterhoutse kermis is iets. Men heeft ooit gedacht dat bij alle andere vermaaks- en ontspanningsmogelijkheden van de eigen tijd de kermis gedoemd zou zijn te verdwijnen. We geloven het nog steeds niet. Er zou een grote leegte ontstaan en velen zouden met zichzelf geen raad weten. Denken we terug aan de oorlog. Geen kermis; en velen wisten niet waaraan ze toe waren. Ze bleven toch thuis als het ware in afwachting dat er toch nog iets gebeuren zou dat met kermis te maken had. Anderen zochten hun toevlucht in de café ’s, zoals ze nu ook doen met kermis. Want ook daar is ’n andere sfeer. Men ontmoet er iedereen of die men er anders niet ziet. En ook de caféhouders zouden alleen al daarom kermis niet graag zien verdwijnen. Het zijn veelal goede dagen voor hen, want hoezeer velen ook iets extra’s thuis -halen aan drank, het gaan over de kermis vermoeit en maakt dorstig en vaak wordt het geneesmiddel dan daar gezocht, waar het het dichtst bij is of waar men weet dat het er gezellig is.

Voor de omliggende kleinere plaatsen geldt Oosterhoutse kermis nog steeds als een belangrijke gebeurtenis, waar men heen moet. Ook dat is gegroeid, is gewoonte geworden ook al kent men kermis in eigen plaats. (FVW)