Goed, het waterpolo werd hem met de paplepel enigszins ingegeven, want pa (Frank) vond dat ook een leuke sport. Zwaar maar leuk. “Tot en met 2017 heb ik zelf nog gespeeld en in dat jaar ben ik ook begonnen met fluiten. Via een talentontwikkelingsprogramma van de KNZB kon ik een masterclass volgen en inmiddels fluit ik ook internationaal”, aldus Rik Evers. De opleiding tot waterpoloscheidsrechter omhelsde zes cursusavonden en twee praktijklessen. Dat is te doen dus. “Maar je begint helemaal onderaan de ladder natuurlijk.”
In het dagelijks leven is hij docent maatschappijleer aan een middelbare school in Hoogvliet en is er ook coördinator van de bovenbouw havo en vwo. Sinds een maand woont hij in Vlaardingen. In zijn ‘vrije tijd’ is hij voorzitter van de politieke partij LOeS, die met twee zetels in de gemeenteraad zit.
Betrokken
Inmiddels heeft hij al vijf seizoenen eredivisiewedstrijden gefloten. “Het leuke eraan is dat je enorm betrokken bent bij wat er zich in het bad afspeelt. Je fluit heel veel en vaak, volgt elke beweging en moet die ook interpreteren. Zit de een de ander gewoon te kwallen of vechten ze voor hun positie? Soms is dat lijntje enorm dun. De plek langs de badrand waar je staat is bepalend voor wat je ziet.” En iedereen die wel eens een waterpolowedstrijd heeft gezien weet dat het kan ontaarden in een fluitconcert, van de scheidsrechters wel te verstaan. Sinds 2023 staat hij op de internationale lijst, fluit hij over Europese interlands en Europacupwedstrijden voor teams. “In januari dit jaar heb ik nog wedstrijden gefloten op het EK.”
Inkomen
Zijn grote voorbeeld is Michiel Zwart. “Hij is gewoon de beste van de wereld, floot ook de finale van de Olympische Spelen in Parijs. Mijn vader en ik hebben hem toen ook in actie gezien. Geweldig. Over een week fluit ik de play-offs van de Champions League.” Evers is blij dat hij er de ruimte voor krijgt van zijn school. “Maar voor het geld hoef je het niet te doen hoor. Voor de wedstrijden in Nederland mag ik 25 cent per kilometer declareren, da’s alles. Voor internationale wedstrijden krijg je 125 euro per dag, verder (vlucht, eten, hotel) is alles geregeld. Je zult er dus nooit een inkomen uit halen, want het is eigenlijk een kleine sport hè.”
“In het begin word je natuurlijk volop begeleid en gecoacht. Dan zit er iemand op de tribune die je na de wedstrijd feedback geeft en nu word je steekproefsgewijs bekeken. Voor een belangrijke wedstrijd moet je scherp zijn, dus niet te veel vooraf aan je hoofd hebben. Want als je er door vermoeidheid een keer flink naast zit lig je er zo ook weer een poos uit hoor.”
En mist ie na een maand Oosterhout al? “Joh, ik kom hier nog vaak hoor. Of naar mijn ouders of vergaderen met LOeS.”
evr