Het is bijna tien jaar geleden dat Paul Hoen het stokje overnam van Bert van Drunen, die destijds na zijn benoeming tot wethouder moest stoppen als voorzitter van AVGM. “Ik heb het met heel veel plezier gedaan. Vooral doordat van onze 600 leden er 150 vrijwilliger zijn. Zonder hen zou het nooit zo succesvol zijn geweest”, zegt Hoen nu bij zijn afscheid. “Ik laat een gezonde vereniging achter, niet alleen financieel, maar ook in het sportaanbod. Ik wens mijn opvolger Erik Pluym veel succes toe.”

“Natuurlijk heeft die coronaperiode er ook bij ons flink ingehakt”, kijkt Hoen deels ook terug op een zwarte en zware periode. “Dat was heel intensief, met steeds weer wisselende regels voor onze atleten. Bij elke persconferentie was het weer van ‘wat verandert er nu weer’? Wat is het beleid van de Atletiekunie, wat mag er van de gemeente? Zelfs een toegangscontrole aan de poort kwam ter sprake. Gelukkig vonden we bij de gemeente Best altijd een welwillend oor, bijvoorbeeld ook toen de baanhuur maar doorliep terwijl we er geen gebruik van konden maken.” Die periode werd opgevuld met alternatieve puzzeltochten, tot bootcamp-trainingen in de achtertuin via YouTube aan toe. “We wilden onze leden en vrijwilligers toch op een of andere manier vasthouden. Gelukkig stijgt het aantal leden nu weer.”

Vrijwilligers

In zijn ‘regeerperiode’ heeft ook een forse verbouwing van de kantine, inclusief bar en vloer, en later ook de kleedkamers plaatsgevonden. “Ook toen konden we weer een beroep doen op onze vrijwilligers.” Ook zag Hoen het sportaanbod veranderen: “De zaalsport verdween; bootcamp en powerwalking kwamen ervoor terug.” En dan de nieuwe AVG-regels, de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). “Ik weet nog: we waren de zevende vereniging die de aangepaste statuten bij de Atletiekunie had aangeleverd. En nu nog vragen de zogenaamde 4 V’s, het implementeren van een veilige sportomgeving veel aandacht. En ook hier weer kunnen we rekenen op ondersteuning van de gemeente Best via het sportplatform Tuurlijk”, onderstreept Hoen nog maar eens. “Ik ben er dan ook heel trots op dat we met het ophalen van het Bevrijdingsvuur in Wageningen jaarlijks een actieve maatschappelijke rol spelen in de dodenherdenking. Daarmee kunnen we wat terug doen. Dat zijn we sowieso ook aan onze naamgever verplicht. Ja, ik laat m’n periode met een goed gevoel achter me”, besluit Hoen, ook verwijzend naar de vijf vrijwilligers die in ‘zijn periode’ zelfs een koninklijke onderscheiding mochten ontvangen: Bram Flierman, Theo de Koning, Marianne Verdonk en afgelopen jaar nog Jan en Joke van Kasteren en Tom Lassing.

Samen leuke dingen doen

Zijn opvolger Erik Pluym viel bijna van zijn stoel van verbazing toen hij gepolst werd om Hoen op te volgen. “Dit klopt niet. Waarom ik? Is er gelazer, is er een beerput, is er verder niemand te vinden?”, bekroop hem een onderbuikgevoel. “Eerst maar eens even op vakantie.” Pluym had zich veel eerder al als hardloper aangemeld, maar blessures stonden hem in de weg. “Ik ben wel altijd als actief jurylid blijven hangen”, vertelt Pluym. “Vervolgens ben ik gaan nadenken. Ik voelde me bij GM altijd al thuis en welkom, ik zag mensen samen met plezier leuke dingen doen.” Dat gevoel loopt verder als een rode draad door de motivatie van de gepensioneerde chef van een krantendrukkerij heen. “Sinds een paar jaar houd ik me met filosofie bezig, ook met mediteren. Het is een levensinstelling: als mensen één worden, gaat alles samen beter. Je moet het gemeenschappelijke in de mensen zien te vinden: dat gevoel had ik bij GM ook sterk.” Ook thuis moest er overlegd worden. Zijn zoon Stein, zelf actief sporter, gaf het laatste zetje: “Pap, als het goed aanvoelt, moet je het gewoon doen.” Toch ben ik geen watje, stelt Pluym tegenover zijn meditaties: “Ik ben niet bang het geschil, de confrontatie, aan te gaan. Ik heb zelfs ervaring met buurtbemiddeling.” En wat zijn zijn plannen? “Eerst maar eens uitgebreid kennismaken: wat zou er nodig zijn? De wereld wordt veel gelukkiger als we, samen met onze specials, samen met onze vrijwilligers, samen met onze leden of wie dan ook, samenwerkend op de wereld zijn.”