Mijn ome Leo overleed tijdens Argentinië – Nederland, de finale om het wereldkampioenschap voetbal in 1978. Net voor de verlenging legde hij het loodje, toen Rensenbrink tegen de paar schoot. Voor ome Leo zat er geen verlenging meer in. We waren met de hele familie bij elkaar, in het oranje uitgedost. Mijn vader was verkleed als Wickie de Viking met een oranje snor en helm. Mijn moeder was een staande sinaasappel, want zitten was namelijk onmogelijk in dat pak.

Ome Leo zelf was verkleed als clown. Een oranje broek, een rood-wit-blauw jasje en een enorme strik. Hij droeg flapschoenen. Om zijn mond was een rode glimlach geschminkt. Dat irriteerde ons mateloos omdat hij zelfs na de 1-0 van Mario Kempes bleef lachen. Met man en macht werd getracht ome Leo weer aan de praat te krijgen. ‘Godverdomme!’, riep ome Henk, toen Daniel Bertoni de 2-1 voor Argentinië scoorde, ‘nu is het voorbij.’ Ome Leo werd al een beetje paars.

De dokter kwam in de tweede helft van de verlenging. Hij had een slok op, dat was duidelijk. Hij viel over de flapschoenen van ome Leo en kon zich net overeind houden aan mijn moeder. De dokter deed een arm om mijn oom heen en keek ondertussen naar de wedstrijd. ‘Die Tarantini had al lang rood moeten hebben’, hoorde ik hem mompelen.

Mijn oom, dat merkte je aan alles, was vergeten dat ie verkleed was. ‘Als het echt beter is, dan moet het dokter. Ik wil niet dat hij onnodig lijdt’, snikte tante Corrie. Ome Leo lachte onophoudelijk. De dokter legde uit dat het echt beter was dat Leo zou inslapen en ging een spuit uit zijn auto halen: ’Het is afgelopen.’ ‘Inderdaad’, vloekte ome Henk, toen Mario Kempes de 3-1 maakte. Hij gooide een handvol pinda’s naar het televisiescherm.

Toen de dokter terug was, moesten we de woonkamer verlaten. Door het raam keek ik naar het tafereel. Ik zag dat ome Leo niet meer bewoog. Tante Corrie deed zijn oranje neusje af. De dokter vertrok en liet nog weten dat het bovengebit van ome Leo wel heel erg vast zat. Waarop tante Corrie zei: ‘Dat kan kloppen, hij heeft zijn eigen tanden nog’.

Het was voor het eerst dat ik tante Corrie zag huilen. Ik herkende mijn eigen huilen, het was schaamteloos huilen. Ik was elf jaar oud en zag voor het eerst in mijn leven een overleden persoon. De dokter wenste ons sterkte en stapte in zijn auto. Eerst nog aan de verkeerde kant, daarna achter het stuur.

We mochten afscheid nemen van ome Leo. Tante Corrie ging naast hem zitten en deed zijn strik uit. ‘Die zit wel heel erg strak, trouwens’, zei ze. Ze fluisterde nog iets in zijn oren. Plotseling deed ome Leo nog een keer zijn ogen open. We schrokken ons kapot. Hij keek ons wanhopig aan. ‘Rensenbrink…’, sputterde hij. Dat waren zijn laatste woorden.

Andy Marcelissen